Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 21 maart 2022, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 31 december 2021;
- de memorie van grieven van [appellant], met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
Vorderingen van de VvE (in conventie)
- a) [appellant] te veroordelen tot betaling aan de VvE van een bedrag van € 3.737,93, te vermeerderen met wettelijke rente over € 3.202,52 vanaf 25 juli 2019 tot de dag van voldoening;
- b) [appellant] te veroordelen tot betaling aan de VvE, vanwege verschuldigde VvE-bijdrage, een bedrag van € 120,52 per maand, te rekenen vanaf 1 augustus 2019, zolang [appellant] eigenaar is van de appartementen, waarbij hoofdsom en rente een bedrag van € 25.000,- niet te boven gaan.
- i) de VvE te veroordelen tot uitvoering van alle benodigde werkzaamheden om de vochtproblematiek in de appartementen aan de [appartement 1] en [appartement 2] te verhelpen, onder verbeurte van een dwangsom;
- ii) de VvE te veroordelen tot betaling van € 30.717,03, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 oktober 2019 tot de dag van voldoening;
- iii) de VvE te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding, nader op te maken bij staat.
ten aanzien van de vorderingen van de VvE (in conventie)
5.Vorderingen in hoger beroep en bezwaren van [appellant] tegen het vonnis
- De kantonrechter heeft ten onrechte geoordeeld dat er geen verplichting bestaat voor de VvE om de lekkages te verhelpen en daartoe de gebreken aan (onder andere) de betonnen dakranden en het voegwerk in de gevel te herstellen. Die verplichting bestaat wel, ook als er geen besluit is van de vergadering van eigenaars. Een dergelijke verplichting vloeit voort uit het feit dat de VvE op grond van artikel 5:113 BW en 6:174 BW aansprakelijk is voor lekkages en de gevolgen daarvan. De VvE is eigenaar/bezitter van het gebouw aan de Texelsestraat. Niet in geschil is dat de gebrekkige buitengevels en de dakranden tot de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw behoren en dat de VvE voor het onderhoud daarvan verantwoordelijk is. Door deze gebreken is schade ontstaan aan de binnenzijde van de appartementen (de privé gedeelten) van [appellant], in de vorm van ernstige vocht- en schimmeloverlast. Ook op grond van artikel 14 lid 2 van het splitsingsreglement zijn de gemeenschappelijke eigenaars (en op grond van artikel 5:113 BW daarmee ook de VvE) aansprakelijk voor de gevolgschade in de appartementen van [appellant]. De VvE is dus op grond van artikel 5:113 BW en 6:174 lid 1 BW aansprakelijk voor de door [appellant] geleden schade.
- Dat [appellant] als lid van de VvE niet via de weg van artikel 5:130 BW of via een machtiging van de kantonrechter mogelijk eerder een reparatie van de dakrand en de gevel had kunnen bewerkstelligen doet aan de aansprakelijkheid van de VvE niet af.
- De kantonrechter heeft bovendien miskend dat de regeling die partijen na de zitting hebben getroffen, een zelfstandige verplichting (een resultaatsverbintenis) schept voor de VvE om de gebreken te laten herstellen en dat uit deze regeling ook volgt dat [appellant] niet verplicht kan worden om de VvE-bijdragen te betalen zolang de lekkages niet daadwerkelijk zijn verholpen.
6.Beoordeling in hoger beroep
zelfte laten verrichten, waarbij de rechter tevens kan bepalen in welke verhouding de andere appartementseigenaars en/of de VvE in de kosten daarvan moeten bijdragen. [appellant] had een van deze wegen moeten bewandelen, of een combinatie van beide, om te bewerkstelligen dat gebreken aan de gemeenschappelijke gedeelten worden hersteld en de VvE/andere appartementseigenaars bijdragen in de kosten daarvan. [appellant] heeft dat niet gedaan. De weg waarvoor hij met de in 6.2. beschreven vordering in deze procedure heeft gekozen, valt buiten deze (adequate) mogelijkheden die de wet hem als appartementseigenaar tegenover zijn VvE geeft om het door hem gewenste doel te bereiken. Het hof zal de vordering van [appellant] om de VvE te veroordelen tot het verrichten van herstelwerkzaamheden daarom afwijzen.
Alle privé gedeelten (…) zijn voor rekening en risico van de betrokken eigenaars.
Het in lid 1 bepaalde geldt niet voor schade die veroorzaakt is door een evenement dat buiten de betrokken privé gedeelten heeft plaats gehad. In dat geval komt de schade voor de eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
7.Beslissing
en opnieuw rechtdoende:
- wijst de vorderingen van de VvE af;
- veroordeelt de VvE tot vergoeding van de schade aan de appartementen [appartement 1] en [appartement 2] in Rotterdam die is veroorzaakt door lekkages/vochtinwerking door gebreken aan de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw waartoe die appartementen behoren, nader op te maken bij staat;
- veroordeelt de VvE tot (terug)betaling van een bedrag van € 5.480,39, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 21 januari 2022 tot de dag van voldoening;
- veroordeelt de VvE in de proceskosten van de procedure bij de kantonrechter, aan de zijde van [appellant] begroot op € 934,- aan salaris advocaat, en in de proceskosten van het hoger beroep, tot nu toe aan de zijde van [appellant] begroot op € 908,03 aan verschotten en € 1.183,- aan salaris advocaat en op € 173,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 90,- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 90,-, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen tot de dag van voldoening;
- wijst af wat [appellant] (in eerste aanleg of in hoger beroep) meer of anders heeft gevorderd;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.