Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
4.De procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellante] te betalen een bedrag van € 12.879,11, met wettelijke rente over € 10.500,- vanaf 9 december 2017 tot de dag van voldoening;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellante] tot op 16 november 2021 begroot op € 188,09 aan verschotten en € 1.689,- aan salaris advocaat;
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellante] te betalen een bedrag van € 2.190,- inclusief btw ter zake van de kosten van het deskundigenbericht;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellante] tot op heden begroot op € 464,39 aan verschotten en € 1.183,- aan salaris advocaat en € 173,- aan nasalaris, te verhogen met € 90,- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
- bepaalt dat binnen veertien dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 90,00, na de datum van betekening, aan deze kostenveroordeling moet zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen tot aan de dag der algehele voldoening;