ECLI:NL:GHDHA:2023:1407
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- R.A. Bosman
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- C. Maas
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onroerende-zaakbelastingen voor een sportschool tijdens coronamaatregelen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag over de onroerende-zaakbelastingen voor het jaar 2021. De belanghebbende, een sportschool, betwist de aanslag van € 9.421,75 die is opgelegd door de Heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De sportschool was van 15 december 2020 tot en met 19 mei 2021 gesloten vanwege coronamaatregelen, en de belanghebbende stelt dat er in die periode geen gebruik was van de onroerende zaak in de zin van artikel 220 van de Gemeentewet. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, en de belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld.
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 11 juli 2023 uitspraak gedaan. Het Hof oordeelt dat, hoewel de sportschool tijdelijk gesloten was, de belanghebbende de onroerende zaak nog steeds metterdaad kon gebruiken, bijvoorbeeld voor schoonmaakwerkzaamheden en het in stand houden van de inrichting. Het Hof bevestigt dat de Heffingsambtenaar de belanghebbende terecht als gebruiker heeft aangemerkt en dat de aanslag niet tijdsevenredig verminderd hoeft te worden. De beslissing van de Rechtbank wordt bevestigd, en er wordt geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.