Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 23 december 2022, waarmee Fairview in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 28 september 2022;
- de akte houdende provisionele vordering (naar analogie van) ex artikel 843a Rv, 1019a lid 2 Rv en/of 3:296 1id 1 BW jo. 6:162 BW alsmede verzoek deskundigenbericht ex artikel 192 Rv vóór memorie van grieven tevens houdende verzoek tot schorsing procedure in hoger beroep tot tenminste de beslissing van het hof op provisionele vordering c.a. van Fairview, met een bijlage;
- de memorie van antwoord in het incident van de Staat.
3.Aanleiding tot dit incident
4.Beoordeling in het incident
De vorderingen/verzoeken
“provisionele vordering (naar analogie van) ex artikel 843a Rv, 1019a lid 2 Rv en/of 3:296 1id 1 BW jo. 6:162 BW alsmede verzoek deskundigenbericht ex artikel 192 Rv vóór memorie van grieven”ingesteld.
bescheiden.Vast staat dat de resterende schoenen geen bescheiden zijn in de zin van dit artikel. Voor zaken wegens inbreuk op een recht van intellectuele eigendom geeft artikel 1019a Rv recht op overlegging van ander bewijsmateriaal. De onderhavige zaak betreft echter geen inbreuk op een recht van intellectuele eigendom, maar een vordering uit hoofde van onrechtmatige daad tegen de Staat. Ook artikel 1019a BW biedt dus in deze zaak geen grondslag voor afgifte van de schoenen.
5.Beslissing
- verwijst de zaak naar de rol van 29 augustus 2023 voor akte aan de zijde van Fairview;
- houdt iedere verdere beslissing aan.