Op 21 juni 2023 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder vrijgesproken van de tenlastegelegde deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van de verboden organisatie BMC Holland. De advocaat-generaal had hoger beroep ingesteld en vorderde een veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. De tenlastelegging betrof het dragen van kleding met kenmerken van de motorclub Bandidos MC Holland op 11 augustus 2021, wat volgens de advocaat-generaal zou wijzen op deelname aan de voortzetting van de verboden organisatie.
Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep herzien en de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de verdediging gehoord. De verdediging stelde dat het dragen van kleding van lokale chapters niet kan worden gezien als voortzetting van de verboden organisatie. Het hof oordeelde dat de enkele gedraging van het dragen van kleding van lokale chapters, hoewel maatschappelijk onwenselijk, onvoldoende is om te concluderen dat de verdachte heeft deelgenomen aan de voortzetting van de werkzaamheid van BMC Holland. Het hof benadrukte dat er geen bewijs was dat de verdachte ooit lid was van BMC Holland of enige activiteit voor deze organisatie had verricht.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan. De beslissing over de in beslag genomen kledingstukken kon niet meer worden genomen, aangezien de verdachte afstand had gedaan van deze items.