Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 27 juli 2022
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
“Betreft: Gezond Bedrijfsrestaurant [belanghebbende]
“Beleidsverklaring Gezonde voeding
Gezonde voeding
Oordeel van de Rechtbank
.bij ministeriële regeling aan te wijzen voorzieningen die geheel of gedeeltelijk op een bij die ministeriële regeling aan te wijzen werkplek worden gebruikt of verbruikt; (…)”
“1. Tot de voorzieningen, bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdeel h, van de wet, behoren, ingeval deze geheel of gedeeltelijk op de werkplek gebruikt of verbruikt worden: a. voorzieningen die rechtstreeks voortvloeien uit het arbeidsomstandighedenbeleid dat de inhoudingsplichtige voert op grond van de Arbeidsomstandighedenwet; (…)”
risico die de arbeid voor de werknemer met zich brengtals bedoeld in artikel 5 van de Arbowet. Het gaat immers niet om een verstrekking wegens bijzondere risico’s die samenhangen met de aard van het werk, maar om het verbeteren van de gezondheid in algemene zin. Dat eiseres sinds september 2018 in de RI&E en het Plan van Aanpak de gezondheidsvoordelen van de verstrekking van de lunchmaaltijden benoemt, maakt dit niet anders. Bij het voorgaande heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat voor maaltijden die op de werkplek worden verstrekt in een speciale regeling is voorzien: de verstrekking van een maaltijd door de werkgever aan haar werknemers met een niet meer dan bijkomstig zakelijk karakter is voor de loonheffingen belast, waarbij wordt uitgegaan van een normbedrag (artt. 13, derde lid, onder a, van de Wet LB en 3.8, eerste lid, onder a, URLB 2011). Gelet op die wetssystematiek past het niet om lunchmaaltijden onder een gerichte vrijstelling te brengen, ook niet wanneer het doelbewust en vanuit overtuiging om louter gezonde maaltijden gaat. De door eiseres aangevoerde argumenten treffen verder ook geen doel. Weliswaar is het bieden van gezonde lunchmaaltijden vooruitstrevend en is gezonde voeding maatschappelijk gezien wenselijk, maar het maakt niet dat de verstrekking van de lunchmaaltijden als gericht vrijgestelde Arbovoorziening geldt. Voeding is daarvoor naar het oordeel van de rechtbank te algemeen van aard.
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
“ARBO-verstrekkingen (eerste lid, onderdeel b)
Artikel II, onderdeel D (artikelen 8.4a en 8.4b van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011)