ECLI:NL:GHDHA:2021:2645
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale rechtsmacht in meerderjarigenbewind; toepassing van het Haags Volwassenenbeschermingsverdrag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in een kwestie van meerderjarigenbewind. De rechthebbende, een Britse man met een bipolaire stoornis, woont in Engeland en is in hoger beroep gekomen tegen een beschikking van de kantonrechter die zijn goederen in Nederland onder bewind had gesteld. Het hof overweegt dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft, omdat de rechthebbende in het buitenland woont en het Haags Volwassenenbeschermingsverdrag (HVV) van toepassing is. Het hof past het HVV anticiperend toe, aangezien de rechthebbende in het Verenigd Koninkrijk woont, dat partij is bij het verdrag. Het hof concludeert dat de autoriteiten van het land waar de betrokken volwassene zijn gewone verblijfplaats heeft, bevoegd zijn om beschermingsmaatregelen te nemen. Aangezien er in het Verenigd Koninkrijk geen beschermingsmaatregelen zijn ingesteld, komt de Nederlandse rechter geen rechtsmacht toe. De beschikking van de kantonrechter wordt vernietigd en het verzoek om de goederen onder bewind te stellen wordt afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.