ECLI:NL:GHDHA:2020:885
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen naheffingsaanslagen parkeerbelastingen gemeente met betrekking tot parkeerplaats en Mulder-feit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin naheffingsaanslagen voor parkeerbelastingen zijn opgelegd door de gemeente [B]. De belanghebbende, die zijn auto op 23 en 24 augustus 2019 had geparkeerd, stelde dat zijn auto met twee wielen op het trottoir stond, waardoor er geen sprake zou zijn van een fiscale parkeerplaats maar van een ‘Mulder’-feit. De Rechtbank had de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, en de belanghebbende ging in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag.
Het Gerechtshof heeft de zaak op 1 mei 2020 behandeld, waarbij de mondelinge behandeling vanwege de coronacrisis niet doorging. De partijen stemden in met een schriftelijke afhandeling. Het Hof oordeelde dat de Rechtbank op goede gronden had geoordeeld dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd. De argumenten van belanghebbende in hoger beroep werden als niet overtuigend beschouwd, en het Hof concludeerde dat er geen reden was om de gemeentelijke verordening onverbindend te verklaren.
De uitspraak van het Hof bevestigde de beslissing van de Rechtbank, en het Hof zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De belanghebbende en de Heffingsambtenaar hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.