ECLI:NL:RBROT:2021:4188
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelastingen en bewijsvoering van fiscale parkeerplaats
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelastingen die aan eiser was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam. De naheffingsaanslag, die op 1 juli 2019 was opgelegd, bedroeg in totaal € 66,78, bestaande uit € 4,08 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 62,70 aan kosten van naheffing. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd op 9 maart 2020 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 22 april 2021 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de heffingsambtenaar niet voldoende bewijs had geleverd dat de auto in een fiscale parkeerplaats stond. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de heffingsambtenaar foto’s van Google Maps had overgelegd, waaruit bleek dat de auto op een locatie stond waar alleen tegen betaling van parkeerbelasting mocht worden geparkeerd. De rechtbank heeft de bewijslast bij de verweerder gelegd en geconcludeerd dat de foto’s voldoende bewijs boden voor de aanwezigheid van een fiscale parkeerplaats.
Eiser voerde verder aan dat zijn auto met twee wielen op het trottoir stond en dat er daarom geen sprake was van parkeren in de zin van de Gemeentewet. De rechtbank heeft deze stelling verworpen, omdat de auto op een manier geparkeerd stond die het gebruik van de fiscale parkeerplaats door andere voertuigen belemmerde. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof ‘s-Gravenhage.