Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 7 april 2020
[appellante] B.V.,
[geïntimeerde],
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
maximale12 uur per week (zie hierboven onder 2.5). Dat betekent dat de werkelijk gewerkte uren structureel het overeengekomen (maximale) aantal uren per week overschreed en dat de arbeidstijd dus moet worden aangepast conform artikel 6 lid 11 sub b cao en artikel 7:610b BW. De discussie of de arbeidstijd moet worden aangepast bij min/max-contracten als structureel meer wordt gewerkt dan het minimum aantal arbeidsuren (maar minder dan het maximum) is hier dus niet aan de orde.
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 16 maart 2018;
- veroordeelt [appellante] tot betaling aan [geïntimeerde] van de toeslagen over de periode van 16 maart 2017 tot 1 december 2017 van € 1.795,10 bruto te vermeerderen met 10% wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en de wettelijke rente met ingang van 1 januari 2018;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 318,- aan verschotten en € 1.518,- aan salaris advocaat in het principaal appel en € 759,- aan salaris advocaat in het incidenteel appel.