ECLI:NL:HR:2012:BW0017
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de omvang van bedongen arbeid en rechtsvermoeden in arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en Koninklijke TNT Post B.V. De zaak betreft de omvang van de bedongen arbeid van [eiseres], die in dienst was als postbezorger. [Eiseres] vorderde een verklaring voor recht dat zij vanaf 1 oktober 2008 in vaste dienst was voor gemiddeld 23 uur per week, en verzocht om betaling van achterstallig salaris. De kantonrechter had deze vorderingen afgewezen, maar het gerechtshof te Amsterdam verklaarde dat [eiseres] vanaf 1 juli 2009 in dienst was voor gemiddeld 21 uur per week. Het hof baseerde zijn oordeel op een referentieperiode van twaalf maanden voorafgaand aan 1 juli 2009, en oordeelde dat TNT geen loon verschuldigd was voor de uren die [eiseres] langer werkte dan de door TNT berekende normtijden.
In cassatie heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de verklaring voor recht pas vanaf 1 juli 2009 toewijsbaar was. De Hoge Raad oordeelde dat de omstandigheden van het geval niet rechtvaardigen dat de toewijzing beperkt wordt tot een datum na de indiening van het verzoek. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak ter verdere behandeling naar het gerechtshof te 's-Gravenhage. De beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie werd gereserveerd, met een begroting van de kosten aan de zijde van [eiseres] op € 465,99 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, en aan de zijde van TNT op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.