Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 22 december 2020
[appellant],
NN Personeel B.V., voorheen NN Insurance Personeel B.V. genaamd,
Het verloop van het geding
16 oktober 2020 heeft pleidooi plaatsgevonden. [appellant] is toen bijgestaan door zijn advocaat mr. S. Vrij. Deze advocaat heeft daarbij gebruik gemaakt van een pleitnota.
NN Personeel is bij het pleidooi bijgestaan door de advocaten mr. E.S. Stal en
mr. M.S.R. Dijkstra. Ook deze advocaten hebben gebruik gemaakt van een (gezamenlijke) pleitnota. Partijen hebben arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
“[functie X]”bij businessunit
“Leven/Pensioen New Business”, met een brutosalaris van € 12.556,87 per maand, exclusief emolumenten.
1 januari 2016 tot en met 31 december 2018 van toepassing (hierna: CAO). Conform deze CAO heeft [appellant] jaarlijks aanspraak op een variabele beloning. In artikel 5.4 is daarover bepaald:
“5.4 Variabele beloning
“Inrichten Topstructuur en vorming Marketing & Sales”en
“NN Leven Expert Centre”ingediend. Doel van het voorgenomen besluit was het integreren van de verschillende teams van NN Group en Delta Lloyd, het komen tot één managementteam en de vorming van het
“Expert Centre Pensioen New Business”(hierna: het EC) binnen NN Pensioen New Business, onder leiding van de directeur EC. Volgens deze adviesaanvragen zou de afdeling Pricing & Hedging, en [appellant] in zijn functie één op één overgegaan naar het EC. De ondernemingsraden hebben op
13 december 2017 ‘positief advies’ gegeven, waarna de bestuurder op dezelfde datum het reorganisatiebesluit heeft genomen.
“NN Leven - Expert Centre PNB”ingediend. Uitgangspunt van dit voorgenomen besluit was het optimaliseren van de inrichting van het EC. Onderdeel hiervan was onder andere dat 7,0 FTE aan managementposities, waaronder de functie van [appellant], kwam te vervallen. De ondernemingsraad NN Leven heeft op 5 april 2018 positief advies gegeven op deze adviesaanvraag, waarna de bestuurder op 6 april 2018 ook dit reorganisatiebesluit heeft genomen.
Reorganisatie
“NN Sociaal Kader Reorganisatie 1 april 2017-31 december 2018”(hierna: SKR) van toepassing is. In artikel 5.1 en 5.2 van het SKR is het volgende opgenomen:
“5.1 Beëindigingsvergoeding
A: De dienstjaarfactor
C: De vermenigvuldigingsfactor
De vermenigvuldigingsfactor is vastgesteld op 1,85.
Maximering
De NN-vergoeding zal niet meer bedragen dan € 325.000.”
1 september 2018.
NN Personeel aangeboden bruto beëindigingsvergoeding van € 210.880,15 ontvangen.
primairbetaling gevorderd van een bedrag van € 728.394,43 bruto en
subsidiaireen bedrag van
€ 114.119,85 bruto, deze bedragen te vermeerderen met wettelijke rente, dit met een proceskostenveroordeling.
primairschadevergoeding van NN Personeel. Verder vordert [appellant]
subsidiaireen hogere beëindigingsvergoeding dan hem door NN Personeel is toegekend en uitbetaald. Het gaat daarbij om een vergoeding op basis van het SKR. Volgens [appellant] heeft NN Personeel de beëindigingsvergoeding verkeerd berekend.
grieven 2 tot en met 4en
grief 7. Met deze grieven wordt betoogd dat deze vordering inhoudelijk dient te worden beoordeeld. De
grieven 1, 5 en 6, evenals de feitelijke inleiding op deze grieven zijn een inhoudelijke uitwerking van de primaire vordering. Gezien deze samenhang zal het hof eerst beoordelen of, en zo ja hoe de primaire vordering dient te worden beoordeeld.
NN Personeel verwijt ziet ook slechts op zijn boventalligverklaring/het beëindigen van de dienstbetrekking.
grieven 2 en 3en
grief 7afdoende beoordeeld.
grieven 1, 4, 5 en 6, evenals de feitelijke inleiding op deze grieven stellen deze vragen aan de orde.
[functie Y]. Die functie is namelijk
“gelijkblijvend”in de zin van het SKR met zijn functie van [functie X]. Althans, zijn functie is met de functie van [functie Y] uitwisselbaar in de zin van de Ontslagregeling.
“first integrate then upgrade”). In beide stappen zijn verschillende keuzes te maken. Deze keuzes zijn aan de ondernemingsraden voorgelegd en door hen geaccordeerd. Deze opzet heeft er toe geleid dat [appellant] niet bij de eerste, maar bij de tweede reorganisatie boventallig is verklaard. Het stond NN Personeel vrij op deze wijze te handelen.
“first integrate then upgrade”). Voor zover [appellant] stelt/suggereert dat dit is gebeurd met ook het doel om hem eenvoudig boventallig te verklaren – en er eigenlijk sprake is van twee schijnhandelingen – is dat onvoldoende onderbouwd.
“gelijkblijvend”of uitwisselbaar met de functie van [functie X] en had [appellant] ook om die reden geen recht om daarin met voorrang te worden herplaatst. Daarvoor is het volgende redengevend.
“de inhoud (feitelijke werkzaamheden) en verantwoordelijkheden niet wijzigen of slechts zodanig wijzigen dat een willekeurige vervuller van de oorspronkelijke functie in staat is om deze functie te vervullen, eventueel na een opleidings- en inwerkperiode van twee maanden”.
“running the business”de taak het EC in de nieuwe opzet vorm te geven voor een nieuwe werkwijze (
“changing the business”). Hierbij heeft NN Personeel verwezen naar de adviesaanvraag voor de eerste reorganisatie, waarin deze voorstelling van zaken bevestiging vindt.
“Longevity project”. Wat daar ook van zij: niet gesteld of gebleken is dat deze werkzaamheden kwalificeerden als een serieuze herplaatsingsmogelijkheid in het kader van de reorganisatie.
grief 8richt zich tegen het oordeel van de kantonrechter hierover in
r.o. 4.11 tot en met 4.14. Deze luiden als volgt:
grief 9faalt daarom. [appellant] zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De kostenveroordeling zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard zoals gevorderd.
Beslissing in het hoger beroep
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter van de Den Haag van 5 juni 2019;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
mr. J.E.H.M. Pinckaers, op 22 december 2020.