Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 25 februari 2020
[appellant] ,
Cre-Uit B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Op deze overeenkomst is het uitzendbeding van toepassing. Dit betekent dat de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt, doordat de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht aan de inlener op verzoek van de inlener ten einde komt (artikel 13 NBBU-CAO). (…)
ARTIKEL 13 (…)
Er is geen opzegging van de uitzendovereenkomst nodig, maar de uitzendonderneming en uitzendkracht stellen elkaar zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is op de hoogte van de (aanstaande) beëindiging van de uitzendovereenkomst (…)
Naar aanleiding van die incidenten heeft [naam leidinggevende] van Brand bij e-mail van 17 december 2016 aan [X] van Verolme geschreven:
Naar aanleiding van de waarschuwing heden ochtend door onze voorman [naam voorman] , werken op hoogte (Svanen) niet aanlijnen en een paar uur later nogmaals door Safety Keppel Verolme, hebben wij i.o.m. jouw [appellant] van het Keppel terrein verwijderd.Wij hebben zojuist [appellant] naar de poort begeleid en laten uitklokken, tevens hebben wij zijn pas ingenomen.
Het is mij duidelijk gemaakt dat je vandaag onveilig aan het werk was op het Keppel Verolme terrein
Ten eerste weet je niet wat of waarom! Ten tweede wil ik die boete wel zien voordat je wat gaat inhouden. Ten derde wie was die voorman dan? Ten vierde als je dat gaat doen schakel ik de fnv in waar ik lid van ben! Als laatste heb ik morgen een gesprek met [naam projectleider]”
Ik wil dat u begrijpt dat dit me dus nooit meer zal gebeuren en zou toch nog graag een kans willen.”
“
Op zaterdag 17 december 2016 heeft een veiligheidsincident met [appellant] plaatsgevonden. Dat is door de mensen van Verolme gemeld aan mijn leidinggevende [naam leidinggevende] . Toen is door Verolme verstaan gegeven dat [appellant] niet meer welkom was op de Werf. Mij is toen door [naam leidinggevende] per mail en telefonisch gevraagd ervoor te zorgen dat [appellant] van de werkplek verwijderd zou worden en dat hem meegedeeld zou worden dat hij niet meer welkom was. (…)
Uw tweede vraag over uw ziektewet heb ik ook nagevraagd. Uw loon wordt aangevuld met 20%. (…)”.
Bij deze de bevestiging dat wij de heer [appellant] per 21-4-2017 afbestellen en niet aan het werk willen zetten wegens zijn ziekte.”
in conventiede veroordeling van Cre-uit om aan hem
in reconventiete verklaren voor recht dat [appellant] op staande voet is ontslagen alsmede de terugbetaling van de door haar tot en met de 16e week ten onrechte gedane aanvullingen op de Ziektewetuitkering van [appellant] van in totaal € 1.347,30.
in conventieen aan zijn verweer
in reconventieten grondslag dat hem de gevorderde respectievelijk uitbetaalde aanvullingen toekomen omdat hij ten tijde van zijn ziekmelding in dienst was bij Cre-uit. Cre-uit stelt zich
in conventie en reconventieop het standpunt dat [appellant] op dat moment niet meer bij haar in dienst was. Bij tussenvonnis van 4 mei 2018 heeft de kantonrechter Cre-uit in
conventie en reconventieopgedragen te bewijzen dat de “
uitzendovereenkomst al was geëindigd doordat de inlener aan [appellant] te kennen had gegeven dat zij hem niet meer wilde inlenen, voordat [appellant] zich heeft ziekgemeld bij Brand en Cre-uit”. Bij het bestreden eindvonnis van 19 oktober 2018 acht de kantonrechter Cre-uit in het bewijs geslaagd waarna de vordering in conventie werd afgewezen en die in reconventie werd toegewezen.
principaal hogerberoep vordert [appellant] , naast nevenvorderingen, de vernietiging van het tussen- en eindvonnis en
incidenteel hoger beroepbestrijdt Cre-uit de vorderingen van [appellant] en voegt daar een subsidiair verweer aan toe.
principaal en incidenteel hoger beroeptot bekrachtiging van het tussen- en eindvonnis met veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep.
niet meer welkom (…) op de projecten binnen onze regio)- ten onrechte af dat hij wél welkom bleef bij projecten van Brand buiten de regio. Daaromtrent het volgende. [appellant] is op één dag tot twee keer toe ernstig en verwijtbaar in de fout gegaan en zijn nalatigheid heeft geleid tot gevaarzetting op het werk met als gevolg verwijdering van de werklocatie, onder inname van zijn toegangspas. Niet is aangevoerd dat de gevaarzetting situatief bepaald is in die zin dat dezelfde handelwijze bij een andere opdrachtgever niet tot gevaar zou hebben geleid. Het gaat immers om algemene veiligheidsvoorschriften. Onder die omstandigheden mocht [appellant] de verklaring van [naam projectleider] (
niet meer welkom (…) op de projecten binnen onze regio) niet opvatten in de zin dat hij buiten de regio als [functienaam] wel ingezet kon worden..
Beslissing
- veroordeelt Cre-Uit als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 379,50,- aan salaris advocaat;
- verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.