Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 15 september 2020
[appellant],
Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
onverwijldnadat was gebleken dat zij - tijdelijk of definitief - niet tot betaling van de pensioenpremies aan StiPP in staat was, daarvan mededeling te doen aan StiPP. Deze mededelingsplicht is immers in de wet opgenomen om de bestuurder van de werkgever te dwingen in actie te komen zodat het bedrijfstakpensioenfonds op een vroegtijdig tijdstip op de hoogte raakt van de betalingsmoeilijkheden. Van X-Force had dan ook mogen worden verwacht dat zij die melding van betalingsonmacht onverwijld na 31 januari 2017 had gedaan. Voor de melding van betalingsonmacht is, zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen, niet noodzakelijk dat X-Force over administratie beschikte, althans niet gesteld of gebleken is welke administratie X-Force ontbeerde om de vereiste mededeling te kunnen doen. Dit klemt temeer nu X-Force door middel van Your Talent wel in staat is geweest om nog een premie-aangifte te doen op 20 februari 2017. De beslaglegging kan dan ook niet gelden als een onvoorziene omstandigheid of overmacht die X-Force zou beletten om aan haar mededelingsplicht te voldoen. De vraag wanneer een melding van betalingsonmacht door X-Force nog wel onverwijld zou zijn gedaan dan wel wanneer de uiterlijke termijn van 14 dagen na de datum van de factuur zou zijn verstreken, kan hier in het midden blijven nu X-Force in het geheel geen melding heeft gedaan. Daarmee wordt ook het verweer verworpen dat melding van betalingsonmacht niet mogelijk was omdat haar bestuurder [appellant] in alle beperkingen in detentie heeft gezeten. Ook dit betreft een tijdelijke omstandigheid die niet rechtvaardigt dat er nooit een melding is gedaan. Ten slotte kan hier in het midden blijven of X-Force al eerder, op de data waarop de loonbetalingen aan de werknemers plaatsvonden, heeft geweten dat er betaald moest worden; bij het vaststellen van een eerdere datum dan 31 januari 2017 voor de mededelingsplicht heeft X-Force ook geen enkel belang.
mededelingsplichtheeft voldaan. Hetgeen hij daartoe heeft aangevoerd (kort gezegd: de facturen hebben noch hem, noch X-Force bereikt, de administratie was in beslaggenomen en hij heeft gedurende zekere tijd in detentie in alle beperkingen gezeten), is in het licht van hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen over de mededelingsplicht en de betalingsverplichting van X-Force op grond van de artikelen 3.1 en 3.2 van het Uitvoeringsreglement, onvoldoende om dat vermoeden te weerleggen. Evenmin kan op grond hiervan worden aangenomen dat de hoofdelijke aansprakelijkheid van [appellant] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. [appellant] stelt nog dat voldaan moet zijn aan het vereiste van verwijtbaar handelen (waaraan volgens hem niet is voldaan), maar dit miskent het eerdergenoemde uitgangspunt dat
vanwegehet vaststaande feit dat door X-Force geen rechtsgeldige melding van betalingsonmacht is gedaan, sprake is van een wettelijk vermoeden dat de niet-betaling van de premies aan [appellant] als bestuurder is te wijten. Zoals het hof hiervoor heeft overwogen, kan [appellant] niet worden toegelaten tot weerlegging van dat vermoeden omdat vaststaat dat – kort gezegd – niet is voldaan aan de vereiste mededelingsplicht. Ook wordt in dat verband niet de – additionele - eis gesteld dat er sprake moet zijn van door StiPP te bewijzen ‘kennelijk onbehoorlijke bestuur’.
Beslissing
- verklaart deze beschikking ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad; en
- wijst het meer of anders verzochte af.