Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.
[appellanten 1 tm 37]
1.[geïntimeerde 1] ,
2. [geïntimeerde 2] ,
3. [geïntimeerde 3] ,
4. [geïntimeerde 4] ,
1 oktober 2018 doen bepleiten. [appellant 1] c.s. door mr. Van Walree-Brascamp en de geïntimeerden door mr. Krekel. Deze advocaten hebben zich daarbij bediend van overgelegde pleitnotities. Partijen hebben de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
6 augustus 2013 hebben het Ministerie van Bouwzaken in Bagdad en de gemeente op basis van de begroting en het bouwkundig ontwerp de investerings-, vestigings- en bouwvergunning aan [X1] verstrekt.
grievenbetogen [appellant 1] c.s. dat geïntimeerden als middellijk bestuurders van [X1] persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schade die [appellant 1] c.s. lijden als gevolg van het niet slagen en/of niet voortzetten van het project. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
“mogelijk”op niet-geblokkeerde rekeningen gestort. Deze bankrekeningen zijn in strijd met Irakese wetgeving en zonder toestemming van de gemeente geopend. Deze bedragen zouden nog op de bankrekeningen moeten staan, maar de bestuurders hebben geen afschriften van deze bankrekeningen overgelegd, zodat dit niet valt te controleren. In het eerste halfjaar van 2014 zijn aanzienlijke bedragen overgeschreven naar andere onbekende bankrekeningen. De bestuurders hebben geen goede financiële verantwoording over de
“gestorte bedragen”overgelegd. De bestuurders hebben onvoldoende gewaarborgd dat de aanbetalingen konden worden terugbetaald wanneer het project onverhoopt geen doorgang zou vinden. [appellant 1] c.s. hebben de indruk dat de bestuurders bewust hun betalingen hebben gestort/laten storten op niet-geblokkeerde bankrekeningen met de bedoeling zich deze onrechtmatig toe te eigenen.
“mogelijk”op niet-geblokkeerde bankrekeningen zijn gestort.
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag, team handel, tussen partijen gewezen van 11 januari 2017;
- veroordeelt [appellant 1] c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde 1] c.s. tot op heden begroot op € 716,-- aan griffierecht en € 3.222,-- (tarief II, 3 punten) aan salaris advocaat;
- veroordeelt [appellant 1] c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde 2] c.s. tot op heden begroot op € 716,-- aan griffierecht en € 3.222,-- (tarief II, 3 punten) aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.