8.2De door EY overgelegde krantenartikelen worden, voor zover relevant, hierna weergegeven:
a.
[Journalist] , “Licht op oranje”, De Volkskrant, 18 december 1997:
“
Het gaat hem alleen om het gelijk. Om een discussie over de principes van het vak. Maar als de voormalige accountant [… 1] zijn gelijk krijgt, kan dat zijn vakbroeders bij Moret, Ernst & Young enkele honderden miljoenen kosten.
(…).
De principiële loopgravenoorlog van [… 1] gaat over de jaarrekening 1991 van DAF, die door de accountant [geïntimeerde 4] van Moret, Ernst & Young werd voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring.
Dat had volgens [… 1] nooit gemogen. ‘De continuïteit van DAF was op het moment dat de accountant zijn handtekening zette, in februari 1992, niet gewaarborgd. De financieringsregelingen van de banken waren afgelopen. [geïntimeerde 4] schreef een brief aan DAF en stelde daarin dat hij geen goedkeurende verklaring zou geven als er geen nieuwe financieringsovereenkomst zou komen. Die is er wel gekomen maar voor niet meer dan een jaar.’
(…)
[… 1] : ‘Mijn zaak wordt nauwlettend gevolgd door de Vereniging van Obligatiehouders en door de Vereniging van Effectenbezitters. Die hebben al gezegd dat als ik gelijk krijg, zij met een schadeclaim tegen Moret, Ernst & Young komen. Die claim kan in de honderden miljoenen lopen.’
Weliswaar gaat het [… 1] niet om deze schadevergoeding, maar ‘er is door deze jaarrekening onrecht aangedaan aan aandeelhouders en obligatiehouders’.”
b.
[Journalist] , “Wachten op [… 1] dood”, De Volkskrant, 24 maart 1999:
“
IN HET VOORJAAR van 1992 zette [geïntimeerde 4] , accountant bij het
befaamde kantoor Moret, Ernst & Young, zijn handtekening onder het
jaarverslag van DAF....
De handtekening van [geïntimeerde 4] wordt al meer dan vijf jaar bestreden door een
voormalige vakgenoot, [… 1] . Volgens hem bevat de jaarrekening 1991
van DAF een keur aan vette fouten. Vooral het feit dat al met de banken werd
gesproken over de continuïteit van de financiering, had vermeld moeten worden.
(…)
Dat de benadeelden, zowel obligatiehouders als aandeelhouders, de zaak
zouden vergeten, is niet erg waarschijnlijk. Er zijn al twee stichtingen opgericht
ObliDaf en DupDaf, die ten doel hebben om verjaring van de claims te 'stuiten'.
Want weliswaar gaat het [… 1] slechts om het principe, tal van beleggers
zitten klaar om Moret met claims van honderden miljoenen te bestoken.”
c.
[Journalist] , “Accountant failliet Daf zat ernaast”, De Volkskrant, 19 februari 2000:
“
De jaarrekening over 1991 van Daf is ten onrechte voorzien van een goedkeurende verklaring van de accountant. Dat heeft de Raad van Tucht voor Registeraccountants gisteren vastgesteld. De uitspraak is uitgelokt om principiële redenen, maar kan accountantskantoor Ernst & Young die de betwiste handtekening zette, honderden miljoenen gaan kosten.
Daf zat eind 1991 al zo diep in de problemen dat de banken hun kredieten konden terugeisen. Op 24 maart 1992 verstrekten zij het bedrijf echter nieuwe leningen tot
1 april 1993, maar daaraan waren welhaast wurgende voorwaarden verbonden. Niet alleen moest Daf al zijn bezittingen aan de banken in zekerheid geven (wat een nog
immer slepende rechtszaak van obligatiehouders tegen die banken opleverde), maar bovendien moest Daf vóór 30 september 1992 een principe-overeenkomst hebben met een 'strategische partner'. Zo niet, dan zou Daf 'in gebreke blijven'. Dat zou onvermijdelijk tot faillissement lijden. In een dossieronderzoek dat werd verricht door de tuchtraad staat: 'De omschrijving in het jaarverslag van de verpanding van de activa (...) doen het beeld ontstaan dat de banken het volste vertrouwen in het voortbestaan van Daf hebben. Dit beeld is onjuist.' Maar accountant [geïntimeerde 4]
van (wat toen nog heette) Moret Ernst &Young gaf een goedkeurende verklaring. Daarmee zei hij in feite dat Daf niet in acute nood was.
(…)
Ook Ernst & Young gaat in beroep. Volgens de woordvoerder is in de procedure nauwelijks over inhoudelijke zaken gepraat. (…) Hij verwijst naar het uitgebreide onderzoek van de curatoren van Daf, die de accountant feitelijk vrij zouden pleiten. Maar curator [A] zegt dat dat onderzoek was gericht op de aansprakelijkheid van de raad van bestuur. De rol van de accountant is volgens hem nauwelijks onderzocht. [A] denkt niet dat de uitspraak van de Raad van Tucht gevolgen heeft voor de boedel. ‘Maar het zou wel kunnen dat individuele schuldeisers er iets aan hebben.’ Verscheidene groepen aandeel- en obligatiehouders (met namen als DupDaf en ObliDaf) staan in de startblokken om schadeclaims van honderden miljoenen in te dienen.”
d.
“Forse schadeclaim bedreigt Ernst & Young na fout DAF”, De Financiële Telegraaf, 21 februari 2000:
“
Forse schadeclaim bedreigt Ernst & Young na fout Daf
Accountantskantoor Ernst en Young hangt een schadeclaim van ,,honderden miljoenen" boven het hoofd. De Raad van Tucht voor Registeraccountants heeft afgelopen week vastgesteld dat de accountant de jaarrekening over 1991 van Daf ten
onrechte heeft goedgekeurd. Daf ging in 1993 failliet.
Door de uitspraak kunnen de indiener van de klacht, voormalig aandeelhouder [… 1]
, en andere gedupeerden bij de civiele rechter een schadeclaim tegen het
accountantskantoor indienen.
(…)
Volgens [… 1] zaten er hiaten in de jaarrekening.”
e. “
Claim dreigt voor Ernst en Young”, Trouw, 21 februari 2000:
“
Accountantskantoor Ernst en Young hangt een schadeclaim van „honderden miljoenen” boven het hoofd. De Raad van Tucht voor Registeraccountants heeft afgelopen week vastgesteld dat de accountant de jaarrekening over 1991 van Daf ten onrechte heeft goedgekeurd. Daf ging in 1993 failliet. Een voormalig aandeelhouder wil een schadeclaim indienen.”
f. “
Voor fouten bij DAF krijgt Ernst & Young wellicht megaclaim”, Reformatorisch Dagblad, 21 februari 2000:
“
Accountantskantoor Ernst en Young hangt wellicht een bijzonder grote schadeclaim boven het hoofd. De Raad van Tucht voor Registeraccountants heeft afgelopen week vastgesteld dat de accountant de jaarrekening over 1991 van vrachtenwagen- fabrikant DAF ten onrechte heeft goedgekeurd.
DAF ging in 1993 failliet. Door de uitspraak kunnen de indiener van de klacht, voormalig aandeelhouder [… 1], en andere gedupeerden bij de civiele rechter een schadeclaim tegen het accountantskantoor indienen. [… 1] denkt dat die
claim kan oplopen tot „honderden miljoenen guldens." (…)
Volgens [… 1] zaten er hiaten in de jaarrekening.”
g.
“Ernst & Young niet bang voor claims in Daf-zaak”, De Financiële Telegraaf, 22 februari 2000:
“
Accountantskantoor Ernst & Young geloof[t] niet dat het zo’n vaart zal lopen met de miljoenenclaim waarmee gedupeerde Daf-aandeelhouders dreigen. Voor hun belangenbehartiging hebben die aandeelhouders een heuse stichting in het leven geroepen: DupDaf.
Vorige week werd [… 1] , voormalig Daf-aandeelhouder en gepensioneerd accountant, door de Raad van Tucht voor registeraccountants in het gelijk gesteld dat de jaarrekening van DAF over 1991 ten onrechte onvoorwaardelijk is goedgekeurd door [geïntimeerde 4] .”
h. “
Dubdaf wil schadeclaim tegen accountant”, Financieel Dagblad, 22 februari 2000:
“
Dupdaf, de organisatie van gedupeerden aandeelhouders van Daf, wil een schuldenclaim indienen tegen Ernst & Young op basis van het rapport van de Raad van Tucht voor Registeraccountants. Dit rapport toont aan dat accountantskantoor Ernst & Young de jaarrekening van Daf over 1991 ten onrechte voorzien heeft van een goedkeurende verklaring. Dit geldt voor aandeelhouders die aandelen gekocht hebben na de publicatie van de jaarcijfers 1991 op basis van onterechte informatie. ObliDaf is al begonnen met een dagvaarding.”
i.
Floris Hers, “Ernst & Young weer in opspraak”, Effect (blad van de Vereniging van Effectenbezitters), 1 april 2000:
Nog geen jaar na de Ceteco-affaire moet accountant Ernst & Young het opnieuw ontgelden. De jaarrekening 1991 van het oude Daf werd ten onrechte goedgekeurd. De Stichting Dubdaf komt nu met een schadeclaim.
(…)
[… 1] kreeg op het meest wezenlijke punt van zijn aanklacht gelijk. MEY (dit is EY, toevoeging hof
) had ten onrechte zonder voorbehoud een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 1991 van het oude Daf afgegeven.
Goedgekeurde misleiding
“
Het voortbestaan van het oude Daf dat uiteindelijk in 1993 [failliet, toev. hof] ging, was eind 1991 al zeer twijfelachtig. In het derde kwartaal 1991 voldeed Daf niet meer aan de financiële ratio’s die de banken binnen het kader van de kredietverlening hadden geëist. Begin 1992 kregen de banken vrijwel alle activa in onderpand. Verder besloten zij de kredietverlening alleen voort te zetten, onder voorwaarde dat Daf uiterlijk in september 1992 een strategische partner gevonden moet hebben en vervolgens binnen een halfjaar weer kredietwaardig moest zijn.
Uit het jaarverslag 1991 dat op 25 maart 1992 verscheen, bleek niets van de deplorabele toestand van de onderneming.
(…)
Een typisch staaltje van misleidende jaarverslaggeving. Accountant MEY had dit nooit of te nimmer onvoorwaardelijk mogen goedkeuren, vindt uiteindelijk dus ook de Raad van Tucht. Onder andere beleggers zijn daar de dupe van geworden. Door zonder enig voorbehoud een goedkeurende verklaring af te geven, heeft de accountant de beleggers op het verkeerde been gezet. Op basis van die verklaring geloofden zij in het voortbestaan van Daf en kochten of behielden zij aandelen in het wankelende concern. Gedupeerde aandeelhouders, verenigd in de Stichting Dupdaf, hebben MEY nu aansprakelijk gesteld.