Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De beoordeling van het hoger beroep
Op deze overeenkomst zijn van toepassing de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor apotheken.”
1. De werknemer heeft recht op vakantie met behoud van salaris (voor de berekening van het aantal vakantie-uren per jaar wordt uitgegaan van een vakantiedag van 7,2 uren):
Conclusie over de arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte.” [geïntimeerde] ervaart inmiddels een (dreigend) arbeidsconflict. Er is daarbij wel sprake van spanningsklachten, maar geen sprake van ziekte of gebrek.”
(…) Dit is een bijstelling.
(…) Stand van zaken
Werkneemster ontvangt per einddatum dienstverband een eindafrekening met opgebouwd vakantiegeld en vakantiedagen. Werkneemster zal vanaf de datum van ondertekening zijn vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden onder behoud van salaris tot de einddatum.”
vervallen, hetzij op grond van art. 7:640a BW, hetzij op grond van de CAO Apothekers in dienstverband 2017, nu [geïntimeerde] voldoende gelegenheid heeft gehad deze vakantie-uren op te nemen, immers gezien de aard van de arbeidsongeschiktheid bestond hiertoe geen fysiek beletsel. Voor het eerst tijdens de comparitie van partijen in hoger beroep op 9 november 2018 heeft de Apotheek zich op het standpunt gesteld dat uit een uitdraai van het SBA, het urenregistratiesysteem van de Apotheek, blijkt dat het verlofsaldo op 1 november 2017 slechts 95,58 uren bedroeg, vanwege het
opnemendoor [geïntimeerde] van vakantie-uren in 2016 en 2017. Na de comparitie van partijen heeft de Apotheek een akte overleggen producties genomen, waarbij als productie 6 de urenoverzichten en als productie 7 de agenda-overzichten van de volgens de Apotheek door [geïntimeerde] gewerkte uren en opgenomen vakantie-uren in 2016 en 2017 zijn overgelegd. [geïntimeerde] heeft bij akte uitlaten de juistheid van de door de Apotheek in productie 6 en 7 overgelegde overzichten betwist en gesteld dat de wijze van procederen door de Apotheek in strijd is met de twee-conclusiesregel en dat zij hiervan schade ondervindt.
Kamerstukken II2010/11, 32 465, nr. 6, p. 5).
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter Den Haag van 5 juni 2018;
- veroordeelt Apotheek [naam] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 318,-- aan verschotten (griffierecht) en € 1.897,50 (2,5 punt x € 759,-- tarief I) aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.