Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Omdat wij co-ouderschap voeren over [minderjarige a] zien we af van het vaststellen van een vast alimentatiebedrag. Om de drie kinderen waarover wij de zorg hebben en houden financieel zoveel mogelijk hetzelfde te kunnen bieden als nu, spreken we af dat we ieder een eerlijk deel bijdragen aan de kosten van opvoeding en verzorging.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
zien we af van het vaststellen van een vast alimentatiebedrag’voor [minderjarige a] , in samenhang moet worden gelezen met de daaropvolgende zinsnede, waarin partijen afspreken een eerlijk deel bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De man is dan ook van mening dat de rechtbank terecht heeft bepaald dat de vrouw ten behoeve van [minderjarige a] € 139,- per maand aan de man dient te voldoen. Partijen hebben in het ouderschapsplan ook opgenomen dat, hoewel [jongmeerderjarige] en [minderjarige b] niet zijn geboren uit de relatie van partijen, zij geen onderscheid zullen maken tussen hen en [minderjarige a] . De man heeft afgezien van zijn aanspraak op partneralimentatie, juist omdat de vrouw zich bereid had verklaard bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van ook [jongmeerderjarige] en [minderjarige b] .