In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de alimentatie voor jongmeerderjarigen en de schuldsanering van de man. De man, die in hoger beroep is gekomen van een beschikking van de rechtbank Den Haag, verzocht om wijziging van de alimentatiebijdrage die hij dient te betalen voor zijn twee jongmeerderjarige kinderen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man € 139,- per maand per kind moest betalen, maar de man stelde dat hij door zijn financiële situatie, die was verslechterd door een schuldhulpverleningstraject, niet in staat was om deze bijdrage te voldoen. Het hof heeft vastgesteld dat de man sinds januari 2018 deelneemt aan een buitengerechtelijk schuldsaneringstraject en dat zijn financiële situatie zodanig is dat hij geen draagkracht heeft om de alimentatie te betalen. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de man vanaf 1 januari 2019 een bijdrage van € 25,- per jongmeerderjarige per maand kan voldoen. De jongmeerderjarigen hebben zich verzet tegen de verzoeken van de man, maar het hof heeft geoordeeld dat de man, gezien zijn huidige financiële situatie, niet in staat is om de volledige alimentatie te betalen. De beslissing van het hof houdt rekening met de omstandigheden van de man en de noodzaak om zijn schulden af te lossen. De man is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid van de eerdere beschikking.