ECLI:NL:HR:2008:BD1843
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Alimentatie tussen gewezen echtelieden en draagkrachtberekening na echtscheiding
In deze zaak gaat het om de alimentatieverplichting van een man jegens zijn ex-vrouw na hun echtscheiding. De vrouw had de rechtbank verzocht om de bijdrage van de man in haar levensonderhoud vast te stellen op € 2.500 per maand, met terugwerkende kracht vanaf 8 mei 2004. De man betwistte dit verzoek en vroeg om beëindiging van zijn alimentatieverplichting per 8 april 2004. De rechtbank wees het verzoek van de man af, maar het gerechtshof te Arnhem vernietigde deze beslissing en stelde de alimentatie op € 2.500 per maand vast, met ingang van 7 september 2004. De man ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte geen rekening had gehouden met de door de man opgevoerde schulden en verplichtingen. De man had onder andere een lening afgesloten na de echtscheiding, die niet was aangegaan om huwelijkse schulden af te lossen. De Hoge Raad benadrukte dat voor het in aanmerking nemen van een schuld bij de bepaling van de draagkracht niet vereist is dat op deze schuld wordt afgelost. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Leeuwarden voor verdere behandeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de financiële situatie van de alimentatieplichtige, inclusief alle relevante schulden en verplichtingen, bij het vaststellen van de draagkracht voor alimentatiebetalingen.