Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 19 november 2019
[appellant] ,
,
Woningstichting Rochdale,
De verdere loop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
worden afzonderlijk afspraken gemaakt) met de voorzitter van de RvC besproken. Hierbij is ook de afspraak aan de orde gekomen dat de beide zittende bestuurders in dienst van Rochdale blijven tot de leeftijd van 57½ jaar en, bij terugtreden als bestuurder voor het bereiken van die leeftijd, beschikbaar blijven voor bijvoorbeeld coaching, advisering (…) en dergelijke, zodat Rochdale nog optimaal kan profiteren van kennis en ervaring van betrokkenen.
[appellant] € 15.416 /0,48 = € 32.116,67
Wetswijzigingen pensioenregelingen per 1 januari 2006
Wijzigingen in regeling voor de Woningcorporaties
de raad niet alle informatie had verstrekt die nodig is voor de raad om op adequate wijze te reageren op vragen die in de afgelopen periode gerezen zijn". Vervolgens heeft de RvC besloten Deloitte Bijzonder Onderzoek & Integriteitsadvies B.V. (verder: Deloitte) op te dragen een forensisch accountantsonderzoek te doen uitvoeren naar [bestuursvoorzitter] . Dit heeft geleid tot het ontslag van [bestuursvoorzitter] per 30 januari 2009.
"het maatschappelijk vertrouwen in zijn toezicht is gaan ontbreken."
"ONGEZOND VERTROUWEN"uitgebracht. Hierin is onder meer het volgende te lezen:
"4. De raad van commissarissen als werkgever
"6.3 Remuneratiecommissie/RvC
In deze paragraaf zullen wij de relevante vastleggingen van de remuneratiecommissie behandelen evenals de relevante bepalingen uit de notulen van de RvC.
Titulair bestuurder
had moeten zijnvan het roekeloze karakter van zijn gedraging(en), maar dat bewustzijn niet
daadwerkelijkhad, zoals artikel 7:661 lid 1 eerste volzin BW dat wel vereist. Er is echter geen beletsel de aansprakelijkheid in deze periode uitsluitend op artikel 2:9 BW te baseren.
"De medewerker verplicht zich bij uitdiensttreding de lease-auto inclusief de vermelde opties en accessoires over te nemen tegen de op dat moment hoogst geldende handels- of boekwaarde."
backservicezou zijn betaald. Daarover is in het verslag van de remuneratiecommissie van 4 september 2005 vermeld (zie r.o. 1.35), dat dit bedrag
prepensioenpremiezou betreffen dat mede uit fiscale redenen ineens is gestort. In de brief van 29 augustus 2006 van [voorzitter RvC] aan minister Winsemius (zie r.o. 1.36) wordt dan vervolgens gesteld dat de RvC bij gelegenheid van de fusie zou hebben besloten [appellant] de mogelijkheid te bieden uit te treden op de leeftijd van 57 ½ jaar, waarbij een uittredingsregeling is overeengekomen die aansluit bij de overgangs- en ingroei VUT-regeling voor de Woningcorporaties die gold tot 31 december 2005, en waarbij de premies in 2005 ineens zijn gestort. Het in die brief genoemde bedrag van € 402.405,-- zou verschuldigd zijn vanwege
"een correctie als gevolg van door de verzekeraar (Nationale Nederlanden) in het verleden te laag vastgestelde dekking". Het hof stelt vast dat hier sprake is van verschillende verantwoordingen voor het bedrag van € 402.405,--, (backserviceverplichting, correctie voor in het verleden te laag vastgestelde dekking, storting ineens van prepensioenpremie om fiscale redenen) die geen van alle juist/volledig zijn. Het gaat hier immers om het bedrag dat Rochdale in 2005 heeft betaald ten behoeve van een door en op naam van [appellant] aangeschafte koopsompolis (dus niet om backserviceverplichtingen, niet om prepensioenpremie en evenmin om een correctie op door Nationale-Nederlanden in het verleden te laag vastgestelde dekking).
€ 32.117,--