Uitspraak
2.primair:
2.subsidiair:
2.meer subsidiair:
5:hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 oktober 2003 tot en met 5 december 2003 te Altea, althans in Spanje, tezamen en in vereniging met (een) ander of ander(en), althans alleen een factuur, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of heeft laten opmaken en/of heeft laten vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid - inzake (ZPV-3) in een factuur d.d. 10 oktober 2003 van [naam 3] S.L. (D-0039 en D-0039a) opgenomen en/of laten opnemen dat [naam 3] S.L. advieswerkzaamheden heeft verricht in Spanje gedurende de periode januari - september 2003 voor [bedrijf 9] (voor een bedrag van 188.355,- euro), zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
overigefeiten, omdat de verklaringsvrijheid van de verdachte door die afgedwongen verklaring in ernstige mate is beperkt, aldus dit naar de kern samengevatte verweer.
basisvoor de beoordeling van de onder zes ten laste gelegde meineed – hetgeen expliciet in artikel 32, eerste lid, WPE is toegestaan. De verklaring dient dus niet als bewijs voor het feit waarvoor wordt vervolgd, maar is (slechts) het voorwerp van de vervolging.
wettelijk voorschrift onder ede gevorderde vraagop (ex. art. 207 Sv.).
(het hof begrijpt)#4653; #0501; #8100; #1691 en #8921. De telefoons stonden op naam van verdachte en de nota’s werden door Rochdale voldaan. [1]
Ik weet dat zij beschermvrouwe was van een woningbouwproject in Suriname.” [9] Nu voor de verklaring van de verdachte in enigerlei mate steun is te vinden in het dossier en geen nader onderzoek hiernaar is verricht, is ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging twijfel mogelijk over de vraag of sprake is van strafrechtelijk verwijtbaar handelen. Dit zal leiden tot vrijspraak van dit onderdeel van de tenlastelegging.
f562.936 aan betalingen heeft ontvangen. [93] De betalingen zijn allemaal per bank ontvangen. [94] De verdachte heeft in totaal
f427.936 aan [naam 6] betaald. [95]
f135.000,00 overgemaakt aan aannemersbedrijf [naam 6] met als omschrijving “ [naam 6] ”. [96] In het debiteurenboek van [naam 6] is een ontvangen betaling genoteerd van
f135.000, ontvangen op 18 juli 2000. [97]
f427.936 heeft betaald van de totale som van
f562.936, waardoor een bedrag van
f135.000 is overgemaakt, hetgeen correspondeert met de in het debiteurenboek opgenomen factuur. Het hof is van oordeel dat hieruit blijkt dat het resterende bedrag door [naam 5] is betaald en dat dit, gezien de verklaring van [naam 5] , op verzoek van de verdachte is gebeurd. De verdachte heeft deze gift niet gemeld bij zijn werkgever.
‘geld, gunsten of steekpenningen’zag – zo moet het de verdachte duidelijk zijn geweest – in ieder geval op deze situaties, en door tot twee maal toe ontkennend te antwoorden heeft de verdachte meineed gepleegd. De stelling als zou het ontvangen van een gift in het kader van strafrechtelijke omkoping een andere betekenis zou hebben dan in het normaal taalgebruik, faalt.
2.primair:
gevangenisstrafvoor de duur van 3 (drie) jaar en 3 (drie) maanden .