Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 1 oktober 2019
[appellant] ,
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de Executor,
Het verloop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
[erflater] , overleden te Londen op [datum] 2017
(hierna: [erflater] ). Naast [appellant] heeft [erflater] vier kinderen nagelaten. [erflater] heeft bij Engels testament van 19 september 2016 over zijn nalatenschap beschikt. Uit dit testament volgt dat [appellant] is onterfd.
8% cumulatief preferente aandelen en gewone aandelen. De 8% cumulatief preferente aandelen waren eigendom van [erflater] , evenals de meerderheid van de gewone aandelen. De (voormalige) echtgenote van [erflater] was eigenaar van de overige gewone aandelen.
8% cumulatief preferente aandelen A, de al uitgegeven gewone aandelen zijn omgezet in 5% cumulatief preferente aandelen B en er zijn nieuwe gewone aandelen C uitgegeven. Alle aandelen zijn vervolgens gecertificeerd en ten titel van beheer ondergebracht bij de Stichting Administratiekantoor [… 3] , die als administratiekantoor is gaan optreden. Deze stichting heeft in 2009 haar naam gewijzigd in Stichting Administratiekantoor [bedrijf 2] (hierna: [Stichting Administratiekantoor] ) .
10 maart 1999 de op te zetten constructie uiteengezet en daarbij onder meer het volgende geschreven aan [notariskantoor] Notarissen:
€ 40.174.203,--. Per 31 december 2000 had [bedrijf 2] een bedrag aan leningen aan [erflater] uitstaan van € 15.351.570,--. Per 31 december 2011 bedroeg de resterende hoofdsom van deze leningen € 7.302,731,--. Daarnaast is over deze periode over deze leningen een bedrag aan rente bijgeschreven van
€ 883.381,--.
€ 57.609.941,--. Deze winsten zijn jaarlijks gereserveerd in overeenstemming met de statutaire winstdelingsregeling van [bedrijf 2] . [bedrijf 2] heeft in deze periode geen dividend uitgekeerd.
"Ter aflossing rekening courant verhouding met [bedrijf 2] B.V."Bij brief van 28 augustus 2012 heeft de United International Bank N.V. [erflater] bericht dat de arrangement fee lager is dan opgenomen in de brief van 20 juli 2012 en dat de overige kredietvoorwaarden ongewijzigd blijven. [erflater] heeft deze brief onder de tekst
"ter acceptatie"ondertekend.
€ 10.000.000,--. Omdat deze ontwikkelingen al bekend waren voordat de jaarrekening van [bedrijf 2] over 2012 werd opgesteld, zijn ze in de jaarrekening van [bedrijf 2] over 2012 verwerkt. Als gevolg hiervan heeft [bedrijf 2] in 2012 een verlies geleden van € 58.823.404,-- en is haar vermogen afgenomen van € 112.952.655,-- tot € 54.129.251,--.
[appellant] ,
“gewone drempel van aansprakelijkheid”geldt;
“alle overwinst”genieten na uitkering van winst boven de 8-5% winst van de A- en B-aandelen, is daarmee onjuist.
“en in staat zijn hun mening daaromtrent aan het [ [Stichting Administratiekantoor] ] voor de vergadering mee te delen”.
“in aanmerking te nemen”.
“gewone drempel van aansprakelijkheid”geldt. Ook de stelling dat [erflater] het bewind over het vermogen [appellant] niet als een goed bewindvoerder heeft gevoerd (art. 1:253j BW), wordt verworpen. Los van de hierna te bespreken verwijten over bedoelde rol van [erflater] in de holding en de [Stichting Administratiekantoor] zijn deze overige grondslagen onvoldoende zelfstandig uitgewerkt en onderbouwd.
(HR 13 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7480, en HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2285) is dat onvoldoende onderbouwd.
in aanmerking te nemen”. Deze bewoordingen laten de [Stichting Administratiekantoor] vrij een eigen afweging te maken. waarbij de zelfstandigheid van de onderneming van [bedrijf 2] voorop stond. Op dit punt is van belang dat de certificaten zijn geschonken om in het geval [bedrijf 2] een flinke winst zou maken de kinderen – waaronder [appellant] – daarvan op een fiscaal gunstige wijze mee te laten profiteren. Deze winst was feitelijk alleen te verwachten bij de verkoop van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] . Tussentijdse uitkering ligt dan niet voor de hand. Het feit dat de statuten van [bedrijf 2] wel voorzien in de mogelijkheid van tussentijdse uitkeringen, zelfs per type aandelen, werpt hierop geen ander licht. Deze mogelijkheid houdt geen verplichting in om uit te keren.
self supporting”zou worden) en dat toegeven aan een betaalverzoek met dit streven lastig is te verenigen. Dit verweer wordt ondersteund door de in
r.o. 1.19 geciteerde email van [erflater] aan [appellant] Dit verweer is onvoldoende gemotiveerd weersproken, terwijl er evenmin een daarop concreet gericht bewijsaanbod is gedaan.
“het verstrekken van geldleningen aan, en het zich sterk maken voor (middellijk) aandeelhouders en/of certificaathouders, mits onder zakelijke condities”(zie r.o. 1.5). [erflater] was toen geen aandeelhouder meer en hield ook geen bewilligde certificaten/certificaten met stemrecht. Art. 2 ziet niet op niet bewilligde certificaten/certificaten zonder stemrecht. Daar staat tegenover dat het verstrekken van de (zakelijke) leningen al voor de certificering gangbare praktijk was en deze praktijk nadien is voortgezet. Bij deze gang van zaken en de context waarin de certificaten zijn verstrekt - kort gezegd: een structuur voor het beheer van het vermogen en het inkomen van uiteindelijk [erflater] – en de doelen ten behoeve waarvan de certificaten zijn verstrekt, was er geen verplichting van de [Stichting Administratiekantoor] , contractueel noch op grond van art. 2:8 BW, jegens [appellant] om tegen het (verder blijven) verstrekken van deze leningen op te treden.
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag, Team Handel, van 18 april 2018;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 1.545,--,-- aan griffierecht en € 7.712,-- aan salaris advocaat (tarief VIII, 2 punten);
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 1.649,-- aan griffierecht en € 16.503,-- aan salaris advocaat (tarief VIII, 3 punten);
- verklaar dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.