" (…) In de periode januari t/m april 2016 ontdekte ik dat dhr. [X] op allerlei manieren Rescura voortzette zonder ook mij daarin nog te betrekken terwijl hij altijd het tegendeel had beweerd, nl. dat ingeval van een voortzetting van Rescura, ik voor altijd zijn administrateur zou blijven, tot zijn laatste snik. Voor mij was dat een belangrijk motief om hem terzijde te staan omdat ik ook na het bereiken van de 65 jarige leeftijd actief wilde blijven.
Ik constateerde dat Dhr. [X] na Uw ontslag in december 2015 vanaf 2016 weer volop in de running was met de voorbereiding van nieuwe projecten en offertes met voortgaande besprekingen en offertes voor de Laurentius Kathedraal en ook werd onmiddellijk een start gemaakt met de uitvoering van het eerstvolgende project van de Prinsengracht in Den Haag waarbij de offerte eind 2015 heimelijk op briefpapier van Aannemersbedrijf Metselgoed gezet omdat de ontslagvergunning voor U nog niet was verleend. De opdracht werd echter getuige eerdere e-mail correspondentie al in 2015 aanvaard en vanaf 2016 gefactureerd door Rescura terwijl hij (dhr. [X] ) ook gelijktijdig startte met een groot project aan de Anna Paulownastraat 58 in Den Haag van ruim 4 ton en daar ook honorarium factureerde buiten de boeken van Rescura om terwijl hij notabene tegenover mij in maart en april 2016 beweerde dat hij in het geheel geen inkomsten meer had. In maart 2016 trok dhr. [X] nl. zonder overleg zijn privé zakelijke administratie en het inzicht in zijn bankrekening naar zich toe alleen met het doel om de in privé gefactureerde bedragen te verdoezelen terwijl ik daar 15 jaar voor verantwoordelijk was geweest.
Ik heb hem in mei 2016 zonder omwegen meegedeeld hoe ik over hem dacht maar [X] heeft nimmer op die mail gereageerd en ook niet de toegang tot de (e-mail)server ontzegt, noch geheimhouding of enige restrictie opgelegd. Ik had aangeboden om nog tot augustus 2016 beschikbaar blijven voor het opstellen van de jaarrekening 2015 maar ook zijn accountant heeft niets meer laten horen.
Ik betwist ook ten stelligste dat ik van inloggegevens van dhr. [X] voor de ING Bank gebruik heb gemaakt anders dan mijn eigen zakelijke inlog gegevens waarmee ik altijd toegang had tot mijn eigen zakelijke bankrekeningen en de bankrekeningen van cliënten die daar door henzelf aan waren toegevoegd. Daarbij constateerde ik wel dat o.m. het project Prinsengracht ook daadwerkelijk aan Rescura werd betaald.
(…)
Ik betwist (…) dat er van uw kant op enigerlei wijze druk is uitgeoefend om de inmiddels door mij overlegde bewijzen, dan wel het verzamelen van gegevens te leveren. Met het verzamelen van gegevens over het frauduleuze gedrag van [X] stuitte ik ook op een groot aantal offertes en verkoopfacturen wat voor mij het bewijs was dat [X] helemaal niet met Rescura was gestaakt maar gewoon met andere al dan niet ingehuurde mensen die hij blijkens e-mail correspondentie en het ontbreken van loonbetalingen in Rescura vermoedelijk ook deels contant betaalde - het bedrijf voortzette. Ik meende er goed aan te doen om die gegevens uit oogpunt van waarheidsvinding te verzamelen en o.a. met U te delen.
Ten tijde van het verzoek voor een ontslag vergunning voor de werknemers van Rescura omstreeks mei/juni 2015 werd ik verzocht om de cijfers te prognosticeren ervan uitgaande dat er geen omzet en alleen nog maar kosten zouden zijn in het tweede haltjaar om de kans van slagen bij het UWV zo groot mogelijk te maken en indien er sprake zou zijn geweest van een daadwerkelijke beëindiging van Rescura waarbij over het tweede halfjaar 2015 alleen nog maar kosten zouden worden gemaakt en in het geheel geen omzet meer zou komen, zou die uitkomst ook reëel desastreus zijn geweest. Maar nadat het verzoek tot ontslagvergunning was ingediend werd er desalniettemin weer omzet geboekt en ook werd er zolang de ontslagvergunning van U nog niet was verleend - zoals later is gebleken - toekomstige omzet door dhr. [X] uitgesteld naar het nieuwe jaar 2016. Het gaat daarbij om de Prinsengracht Den Haag. Laurentius Kathedraal Rotterdam, Anna Paulownastraat 58 Den Haag, en Statenlaan 25 Den Haag, alles tezamen al goed voor meer dan zes ton omzet. Dhr. [X] merkte in dit verband op “als we eerst maar die ontslagvergunning hebben, dan gaan we daarna op volle kracht verder”
De overlegde cijfers die nu als hercalculatie worden gekwalificeerd zijn niet anders dan het werkelijke verloop van de cijfers t.o.v. de eerdere prognose waarbij de cijfers over de 1e vier maanden van 2015 slechts werden geëxtrapoleerd op basis van maximaal doorlopende kosten en minimale baten.
Door de accountant van dhr. [X] werd bovendien een concept brief opgesteld op 26 juni 2015 waarbij ik - door de accountant - werd verzocht om die brief uit te printen op mijn eigen briefpapier en onderaan te ondertekenen;
Ik had geen andere keus dan in dat verzoek mee te gaan, nog steeds ervan uitgaande dat deze onderneming Rescura zou worden gestaakt en ik in een nieuw concept zou aanblijven als administrateur van zowel van dhr. [X] privé, de Holding [X] Beheer met dochteronderneming Schippersgracht en het nieuwe concept “zonder werknemers”.
Ik kan eventueel de desbetreffende mail van KAB accountants en de aan mij toegezonden concept brief van KAB advocaten overleggen als bewijs van de gang van zaken waarin wordt voorgesteld alsof ik dat geadviseerd zou hebben.
M.i. is het ook pertinent onjuist dat dhr. [X] genoodzaakt was om direct na het ontslag van U en de andere werknemers Rescura voort te zetten om een faillissement te voorkomen.
in december 2015 werd nl. al direct het project Prinsengracht met een geoffreerde waarde van € 90.000 aangenomen en werden ook de besprekingen met het Bisdom voortgezet voor de restauratie van de Laurentiuskerk. Bovendien werd in 2016 ook direct een aanvang gemaakt met het project Anna Paulownastraat 58 met een waarde van 4 a 5 ton. Ik constateerde dat Dhr. [X] zijn eigen honorarium factureerde buiten de boeken van Rescura om, voor het eerst april 2016 en over geheel 2016 maar liefst ruim € 71.600 excl. BTW en het is mi. dan ook een gotspe dat het zou gaan om kleine opdrachten met als enig doel het verbeteren van de liquiditeitspositie. Als het zou gaan om de liquiditeitspositie van Rescura te verbeteren waarom werd dan een deel van de omzet buiten Rescura gehouden en privé gefactureerd. Het is werkelijk ongelooflijk dat deze motiveringen zonder meer als werkelijke reden wordt genoemd terwijl het gewoon gaat om het voortzetten van Rescura met nieuwe grote opdrachten en externe ingehuurde krachten en waarbij de krenten uit de pap worden gehaald door de netto baten over te hevelen naar privé
Ik heb U destijds ook een digitale ordner overlegd met facturen en offertes over geheel 2016 en zelfs t/m april 2017 en van het project Laurentiuskerk. Daaruit blijkt een permanent en voortdurende activiteit van offertes en verkoopfacturen die niet kunnen worden gekwalificeerd als “kleine opdrachten”
Zo ook de bewering dat er voor het project Laurentiuskerk alleen sprake zou zijn van een mondelinge opdracht en dat dhr. [X] niet echt geïnteresseerd zou zijn geweest i.v.m. de omvang van het project.
Vanaf januari 2016 was er al veelvuldig contact over de mogelijke opdracht van de Laurentiuskerk en op 09-05-2016 werd door dhr. [X] een “aanvullende” engetekende offerteuitgebracht van € 137.350,-Tijdens mijn eerdere onderzoek ontdekte ik ook de uitgebrachte en getekende offerte op 09 mei 2016. Dat hij alleen mondeling een prijs heeft genoemd is dus pertinent niet waar!
(…)De bewering dat er geen sprake zou zijn van een gewijzigde situatie op de ontslagdatum van 1 december 2015 is onjuist om die die cijfers domweg niet boven tafel zijn gekomen en de nieuwe plannen voor 2016 bewust onbesproken zijn gelaten.Alle hierboven genoemde feiten die zich vanaf 2016 hebben voorgedaan waren reeds in 2015 voor opgezet en van een noodsituatie was na Uw ontslag in het geheel geen sprake meer. Dhr. [X] had bovendien een zeer riante uitgangspositie met de exploitatie van privé panden zodat er geen enkele noodzaak aanwezig was om Rescura te continueren.
Bovendien waren reedsin februari 2016 schulden betaald; belastingschulden zijn er dank zij mijn financiële beleid in 2015 niet geweest; (…) op het moment van aanvraag van de ontslagvergunningen in april en mei en juni 2015 was de liquiditeitspositie (verhouding vlottende activa versus kortlopende schulden) volgens mijn dossier zeer solide (…)
Gedurende het tweede halfjaar 2015 verminderd die gunstige verhouding maar dat is vanwege het feit dat er geen nieuw werk meer werd aangenomen en vooruitgeschoven naar 2016.
Het is een verzinsel en een valse voorstelling van zaken dat er van een faillissement situatie ooit sprake is geweest.
Ook in het nieuw jaar 2016 wasper februari 2016de balans volledig in evenwicht en alle kortlopende schulden, w.o. belastingen betaald. (…) Dat Rescura toch werd voortgezet dan kwam omdat er al een aantal afspraken in 2015 met nieuwe opdrachtgevers was gemaakt en ook voorbesprekingen voor het uitbrengen van nieuwe offertes. (…)"