Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
- op 24 juli 2015 een brief van 23 juli 2015 met bijlagen;
- op 14 januari 2016 een brief van diezelfde datum met bijlagen;
- op 25 januari 2016 een brief van diezelfde datum met bijlagen;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
Bezwaar te laat ingekomen stukken
Partneralimentatie
Standpunt man
Standpunt vrouw
Wijziging van omstandigheden
Verwijtbaar inkomens verlies?
Draagkracht man
- het inkomen van de man;
- het (inkomen uit) vermogen van de man;
- de premie zorgverzekering en het eigen risico;
- de kosten van de zoon van partijen.
Inkomen man
Ziektekosten
€ 94,- per maand, een aanvullende premie van € 51,- per maand en een eigen risico van € 31,- per maand. Nu de premie ziektekostenverzekering en de aanvullende premie corresponderen met het door de man als productie 8 bij productie 1 van het beroepschrift overgelegde Polisblad van Avero van 2014, houdt het hof daarmee rekening. Voorts acht het hof het aannemelijk dat de man het aan de premie ziektekosten gekoppelde eigen risico van € 31,- per maand voldoet, zodat ook daar rekening mee wordt gehouden.
(Inkomen uit) vermogen van de man
€ 670.860,- is € 10.063,-. Evenals de man in zijn draagkrachtberekening heeft vermeld, zal het hof bij de bepaling van de inkomstenbelasting over box 3 het heffingvrij vermogen van de nieuwe partner van de man in de berekening betrekken.
Kosten zoon partijen
Conclusie
- met ingang van 1 april 2014 tot 1 december 2014 € 3.203,- bruto per maand;
- met ingang van 1 december 2014 tot 1 oktober 2015 € 2.769,- bruto per maand;
- met ingang van 1 oktober 2015 van € 3.609,- bruto per maand.
(Huwelijksgerelateerde) behoefte van de vrouw
Terugbetaling
- i) De rechter die beslist op een verzoek tot wijziging van een eerder vastgestelde bijdrage in het levensonderhoud, zal in het algemeen behoedzaam gebruik moeten maken van zijn bevoegdheid de wijziging te laten ingaan op een vóór zijn uitspraak gelegen datum, met name indien dit ingrijpende gevolgen kan hebben voor de onderhoudsgerechtigde in verband met een daardoor in het leven geroepen verplichting tot terugbetaling van hetgeen in de daaraan voorafgaande periode in feite is betaald of verhaald.
- ii) Deze behoedzaamheid geldt ook voor de rechter in hoger beroep die met ingang van een vóór zijn uitspraak gelegen datum een zodanige wijziging brengt in de door de rechter in eerste aanleg vastgestelde of gewijzigde bijdrage dat zij kan leiden tot de hiervoor bedoelde ingrijpende gevolgen.
- iii) Deze behoedzaamheid brengt mee dat de rechter naar aanleiding van hetgeen partijen hebben aangevoerd, zal moeten beoordelen of, en in hoeverre, in redelijkheid van de onderhoudsgerechtigde terugbetaling kan worden verlangd van hetgeen in overeenstemming met diens behoefte aan levensonderhoud reeds is uitgegeven, en dat de rechter, indien dit naar zijn oordeel het geval is, van zijn beoordeling rekenschap zal moeten geven in de motivering.
Proceskosten
- met ingang 1 april 2014 tot 1 december 2014 op € 3.203,- per maand;
- met ingang van 1 december 2014 tot 1 oktober 2015 op € 2.769,- per maand;
- met ingang van 1 oktober 2015 op € 3.609,- per maand, wat de na heden te verschijnen termijnen betreft bij vooruitbetaling te voldoen;
6 april 2016.