ECLI:NL:GHDHA:2016:47

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
19 januari 2016
Publicatiedatum
18 januari 2016
Zaaknummer
200.178.880/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep na schikking tijdens mondelinge behandeling in WWZ-zaak

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Den Haag, ging het om een hoger beroep van N.V. Haagse Milieu Services (HMS) tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag. Het hoger beroep werd ingesteld op 21 oktober 2015, tegen een eerdere beschikking van 21 september 2015. De zaak viel onder de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Tijdens de mondelinge behandeling op 11 december 2015 bereikten partijen een schikking. Na de wettelijke bedenktijd, zoals vastgelegd in artikel 7:670b BW, heeft HMS haar hoger beroep ingetrokken, wat door de verweerder werd goedgekeurd. Het hof oordeelde dat de intrekking van het hoger beroep leidde tot niet-ontvankelijkheid van HMS in haar hoger beroep. De beslissing werd op 19 januari 2016 uitgesproken, waarbij het hof de kosten van het hoger beroep compenseerde, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg.

De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke bedenktijd in het kader van schikkingen en de gevolgen van het intrekken van hoger beroep. Het hof bevestigde dat de intrekking van het hoger beroep, in overeenstemming met de wet, leidde tot de niet-ontvankelijkheid van HMS. Dit is een belangrijke uitspraak in het kader van de Wet Werk en Zekerheid, die de rechtspositie van partijen in arbeidszaken beïnvloedt.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel recht
Zaaknummer : 200.178.880/01
Rekestnummer rechtbank : 4335855 RP VERZ 15-50534

beschikking van 19 januari 2016

inzake:

N.V. Haagse Milieu Services,

Gevestigd te Den Haag,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: HMS,
advocaat: mr. L.V. Claassens te Eindhoven,
tegen

[naam] ,

wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: [verweerder],
advocaat: mr. drs. T.V. Janssens te Amsterdam.

Het geding

Bij beroepschrift, ter griffie binnengekomen op 21 oktober 2015, is HMS in hoger beroep gekomen van de beschikking van 21 september 2015, tussen partijen gegeven door de rechtbank Den Haag, sector kanton, locatie Den Haag. Het verweerschrift van [verweerder] is ter griffie binnengekomen op 2 december 2015. Op de onderhavige zaak is de Wet Werk en Zekerheid van toepassing.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 december 2015. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een schikking bereikt. In verband met de wettelijke bedenktermijn als bedoeld in art. 7:670b lid 2 BW is de zaak aangehouden tot 29 december 2015. [verweerder] heeft geen gebruik gemaakt van de wettelijke bedenktermijn. HMS heeft daarop haar beroep ingetrokken, met welke intrekking [verweerder] heeft ingestemd.

Beoordeling

Voormelde intrekking van het hoger beroep heeft tot gevolg dat HMS niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar hoger beroep (zie: HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0505).

Beslissing

Het hof:
  • verklaart HMS niet-ontvankelijk in het door haar ingestelde hoger beroep tegen de bestreden beschikking;
  • compenseert de kosten van het hoger beroep aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.J. Frikkee, S.R. Mellema en L.G. Verburg en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.