Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, behoudens de beslissing omtrent de teruggave van het griffierecht,
- verklaart het beroep inzake de aanslag IB/PVV 2004 en de beschikking heffingsrente ongegrond,
- verklaart de beroepen gegrond voor zover deze de boetes 2004 en 2005 betreffen en vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover deze de boetebeschikkingen betreffen, alsmede de boetebeschikkingen,
- verklaart het beroep inzake de aanslagen IB/PVV 2005 en IB/PVV 2006 en de beschikkingen heffingsrente gegrond,
- vernietigt de desbetreffende uitspraken op bezwaar,
- vermindert de aanslag IB/PVV 2005 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 387.276 en een belastbaar inkomen sparen en beleggen van € 28.848, met dienovereenkomstige vermindering van de in rekening gebrachte heffingsrente,
- vermindert de aanslag IB/PVV 2006 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 251.032 en een belastbaar inkomen sparen en beleggen van € 25.395, met dienovereenkomstige vermindering van de in rekening gebrachte heffingsrente,
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 4.529,
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende een bedrag van € 115 aan griffierecht te vergoeden.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. J.J.J. Engel, mr. G.J. van Leijenhorst en mr. B.G. van Zadelhoff, in tegenwoordigheid van de griffier mr. Y. Postema. De beslissing is op 7 september 2016 in het openbaar uitgesproken.
aangetekend aan
partijen verzonden:
Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kanbinnen zes wekenna de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
-
- de naam en het adres van de indiener;
-
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
-
- de gronden van het beroep in cassatie.
Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.