Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Jachtwerf Bendie V.O.F.,
2. Bendie Yachting B.V.,
3. Bendie Beheer B.V.,
1.[geïntimeerde 1] ,
Een bestuurder kan onrechtmatig handelen tegenover een crediteur van de rechtspersoon als de bestuurder medewerking verleent aan een doen of nalaten van de rechtspersoon waardoor wordt bewerkstelligd of toegelaten dat de rechtspersoon haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. Aansprakelijkheid jegens een crediteur van de rechtspersoon kan alleen worden aangenomen als de bestuurder een ernstig verwijt valt te maken van zijn handelen. Het betoog van Bendie c.s., in de toelichting op grief 2 (nr 60), dat de maatstaf ‘ernstig verwijt’ moet worden losgelaten en plaats moet maken voor de gewone zorgvuldigheidsnorm, volgt het hof niet. De Hoge Raad hanteert, op goede gronden, een ‘hoge drempel’ voor aansprakelijkheid om te voorkomen dat bestuurders van rechtspersonen zich te veel laten leiden door vrees voor persoonlijke aansprakelijkheid. Het hof ziet geen reden de terughoudendheid, die vorm heeft gekregen in het vereiste van ernstige verwijtbaarheid, los te laten.
- Bendie c.s. niet informeren dat de motoren niet konden worden aangeschaft voor de door [geïntimeerden] gewenst prijzen;
- Bendie c.s. niet informeren dat ADT de motoren slechts wilde inkopen als Cummins Holland bereid was de motoren te leveren tegen de door [geïntimeerden] gewenste voorwaarden en prijzen;
- pas drie maanden na de eerste aanbetaling aanvragen van een offerte, terwijl was toegezegd dit onmiddellijk na de aanbetaling te doen;
- Bendie c.s. maandenlang voorhouden dat de motoren waren besteld en geleverd zouden worden, terwijl ze nooit zijn besteld;
- geen contact opnemen met Bendie c.s. om te overleggen over de problemen die ADT had met Cummins Holland om gezamenlijk tot een oplossing te komen;
- het aandringen bij Bendie c.s. om aanbetalingen te verrichten terwijl [geïntimeerden] wist dat de overeenkomst met Bendie c.s. niet door ADT zou worden nagekomen;
- de weigering om tot terugbetaling van de aanbetalingen over te gaan, nadat Bendie c.s. de overeenkomst met ADT rechtsgeldig had ontbonden;
- het overdragen van de onderneming van ADT kort voor het faillissement aan een nieuwe vennootschap om het zodoende voor Bendie c.s. onmogelijk te maken haar schade te verhalen op ADT.
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam van 29 april 2015;
- veroordeelt Bendie c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerden] tot op heden begroot op € 711,-- aan verschotten en € 1.631,-- aan salaris advocaat.