ECLI:NL:GHDHA:2016:1495
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- G.J. van Leijenhorst
- J.J.J. Engel
- A.H.N. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrekbaarheid van kosten voor vervanging parketvloer in monumentenpand
In deze zaak gaat het om de vraag of de kosten voor de vervanging van de parketvloer in een monumentenpand aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting. De belanghebbende, eigenaar van een woning die deel uitmaakt van een rijksmonument, heeft in zijn aangifte voor het jaar 2011 een bedrag van € 73.182 opgevoerd als uitgaven met betrekking tot het monumentenpand. De Inspecteur heeft een deel van deze kosten, waaronder € 10.000 voor de vervanging van de parketvloer, niet in aftrek aanvaard. De Rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd. De Inspecteur heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de belanghebbende betoogd dat de vervanging van de parketvloer noodzakelijk was om het appartement in bruikbare staat te herstellen. De Inspecteur daarentegen stelde dat de kosten voor de vloerbedekking als huurderslasten moeten worden aangemerkt en dus niet aftrekbaar zijn. Het Gerechtshof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de kosten voor de vervanging van de parketvloer niet als uitgaven met betrekking tot een monumentenpand kunnen worden aangemerkt. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. De kosten voor de vloerbedekking worden gezien als kosten die in huurverhoudingen door de huurder worden gedragen, en zijn derhalve niet aftrekbaar.