Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 3 mei 2016 (bij vervroeging)
Dubbelveste B.V.,
Meeùs Facility B.V.,
Het geding
De beoordeling
bij nader inzien alsnog akkoord gaat met het dichtzetten van de sparingen in opdracht van de vertrokken huurder.”
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Dubbelveste B.V. (verhuurster) en Meeùs Facility B.V. (huurster) over de oplevering van een gehuurde bedrijfsruimte en de daarbij behorende herstelverplichtingen. De huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van vijf jaar, met een optie tot verlenging. Meeùs heeft de huurovereenkomst opgezegd, maar Dubbelveste heeft deze opzegging niet geaccepteerd, wat leidde tot een juridische procedure. De kantonrechter oordeelde dat Meeùs niet tekort was geschoten in haar opleververplichtingen, omdat de vertraging niet aan haar kon worden toegerekend. Dubbelveste ging in hoger beroep, waarbij zij de eerdere vonnissen wilde vernietigen en haar vorderingen alsnog toegewezen wilde krijgen. Het hof oordeelde dat de verplichting tot oplevering niet gesplitst kan worden in een verplichting tot teruggave van de gehuurde zaak en een verplichting om deze in goede staat te brengen. Het hof concludeerde dat de vertraging in de oplevering door toedoen van Dubbelveste was ontstaan, waardoor Meeùs niet in verzuim was. De vorderingen van Dubbelveste werden afgewezen, en de eerdere vonnissen werden bekrachtigd, met een veroordeling van Dubbelveste in de proceskosten.