4.2.Belanghebbende heeft ter onderbouwing van haar standpunten – samengevat – het volgende aangevoerd:
Strijd met artikel 1 en het systeem van de Wet LB 1964:
a. a) De crisisheffing kan niet worden geheven omdat de Wet hiertoe de mogelijkheid niet heeft geopend aangezien hoofdstuk IV van de Wet LB 1964 (wijze van heffing) geen bepaling bevat over de wijze van heffing van de pseudo-eindheffing (en daarmee de crisisheffing);
b) Artikel 32bd Wet LB is onverbindend omdat artikel 1 Wet LB 1964 - dat het bereik van de loonbelasting aangeeft - niet toestaat dat ter zake van één en hetzelfde loonbestanddeel loonbelasting wordt geheven zowel ten laste van de werknemer als ten laste van de werkgever;
c) De crisisheffing is niet verschuldigd over het loon van een werknemer die een aanmerkelijk belang houdt in de inhoudingsplichtige en die op basis van artikel 12a Wet LB een loon geniet dat hoger is dan € 150.000 .
Strijd met artikel 1, Eerste Protocol EVRM (EP EVRM)
De crisisheffing is in strijd met artikel 1, EP EVRM omdat deze heffing terugwerkende kracht heeft. Op die grond behoort niet tot de heffingsgrondslag van de crisisheffing het loon dat door één of meer werknemer(s) in 2012 uiterlijk is genoten op:
i. 31 december 2012 (dag voordat de Wet LB wordt gewijzigd), althans
ii. 17 juli 2012 (plaatsing van de wet in het Staatsblad), althans
iii. 4 juni 2012 (aanbieding wetsvoorstel aan Tweede Kamer), althans
iv 25 mei 2012 (aanbieding Kunduz-akkoord aan Tweede Kamer), althans
v. 26 april 2012 (sluiten van het Kunduz-akkoord en aankondiging crisisheffing).
Belanghebbende heeft in 2012 bonussen en/of andere bijzondere beloningen uitbetaald die (deels) betrekking hebben op 2011. Subsidiair stelt belanghebbende dat indien niet al het loon dat is genoten tussen 1 januari 2012 en de genoemde data uit de grondslag van de crisisheffing moet worden verwijderd, in ieder geval de bonussen en andere bijzondere beloningen die (deels) betrekking hebben op 2011 verwijderd moeten worden uit de grondslag.
Het gaat hierbij naar schatting om de volgende bedragen:
tot en met 31 december 2012: € 147.000;
tot en met 17 juli 2012: € 147.000;
tot en met 4 juni 2012: € 50.000;
tot en met 25 mei 2012: € 50.000;
tot en met 26 april 2012: € 50.000.
Disproportionele last op individueel niveau
Voor belanghebbende is de crisisheffing een disproportionele last op individueel niveau. De af te dragen crisisheffing bedraagt 4,18 percent van de totaal af te dragen loonheffing over 2012. Met betrekking tot deze loonbestanddelen geldt dat indien belanghebbende bekend was geweest met de voorgenomen pseudo-eindheffing hoog loon zij had kunnen kiezen voor een andere aanwending van de bonusbedragen, zoals bijvoorbeeld toekenning van extra pensioen. De terugwerkende kracht is voor deze beloningsbestanddelen extra bezwarend.
De loonkosten van belanghebbende zijn door invoering van de regeling aanzienlijk gestegen, zonder dat daar op voorhand rekening mee gehouden kon worden voor wat betreft het opstellen van budgetten, kostprijsberekeningen en dergelijke.
Strijd met artikel 14 EVRM en artikel 26 IVBPR gelijkheidsbeginsel
a. a) De crisisheffing wordt uiteindelijk gedragen door inhoudingsplichtigen die loon uit tegenwoordige dienstbetrekking aan hun werknemers betalen en niet bij inhoudingsplichtigen die uitsluitend loon uit vroegere dienstbetrekking betalen.
b) De crisisheffing wordt niet geheven van ondernemers of resultaatgenieters met een inkomen van meer dan € 150.000, noch van vennootschappen met een winstomvang van € 150.000 of meer. Hierdoor is sprake van ongelijke behandeling van feitelijk gelijke gevallen waarvoor geen objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond aanwezig is.
c) Als inhoudingsplichtigen hebben gekozen voor de toepassing van de werkkostenregeling en zij loonbestanddelen hebben aangewezen als eindheffingsbestanddeel, zijn zij hierover geen crisisheffing verschuldigd. Deze wijze van heffing mag niet leiden tot een andere heffingsgrondslag dan die waarnaar de crisisheffing wordt geheven indien hiervoor niet is gekozen.
d) Inhoudingsplichtigen die werknemers met een hoog loon het gehele jaar 2012 in dienst hebben gehad, worden ongelijk behandeld ten opzichte van werkgevers/inhoudingsplichtigen die werknemers een deel van het jaar in dienst hebben gehad, waarbij het loon van die werknemers op jaarbasis gelijk is aan het loon van de hiervoor vermelde werknemers, maar verdeeld is over twee of meer werkgevers/inhoudingsplichtigen.
e) Werknemers die tevens een (aanmerkelijk) belang hebben in de werkgever/inhoudingsplichtige, worden in economisch opzicht harder geraakt door de crisisheffing dan werknemers zonder (aanmerkelijk) belang.