Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 23 juni 2015
[appellant],
[appellante],
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam, waarin hij werd veroordeeld om gegevens te verstrekken aan de Belastingdienst. De Belastingdienst had op basis van informatie van de Belgische autoriteiten geconcludeerd dat [appellant] een rekening aanhield bij de Krediet Bank Luxemburg. De voorzieningenrechter had [appellant] veroordeeld om kopieën van bankafschriften te verstrekken en een mondelinge toelichting te geven op zijn verklaring van buitenlandse bankrekeningen. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de Belastingdienst in zijn vorderingen beoordeeld en geoordeeld dat de Belastingdienst gerechtigd is om informatie te vorderen, ook al zijn er eerder geschillen geweest over dezelfde materie. Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en de vordering van de Belastingdienst in grote lijnen toegewezen, met uitzondering van enkele specifieke verzoeken. De dwangsom die aan de veroordeling was verbonden, is verhoogd tot € 5.000 per dag, met een maximum van € 500.000. Het hof heeft de proceskostenveroordelingen bevestigd en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, met aanpassingen in de hoogte van de dwangsommen.