ECLI:NL:GHDHA:2015:2329
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- W.M.G. Visser
- A. van Dongen
- Rechtspraak.nl
Recht op vergoeding van werkelijk gemaakte proceskosten in plaats van forfaitaire proceskostenvergoeding in belastingzaak
In deze zaak gaat het om de vraag of belanghebbende recht heeft op vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten in plaats van de forfaitaire proceskostenvergoeding. De belanghebbende, [X] B.V., heeft een naheffingsaanslag in de dividendbelasting opgelegd gekregen voor het jaar 2005, die aanvankelijk € 753.583 bedroeg, maar door de Inspecteur is verminderd tot € 658.331. De rechtbank heeft de naheffingsaanslag vernietigd en de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 974. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij stelt dat de naheffingsaanslag onrechtmatig is opgelegd, omdat deze buiten de wettelijke termijn is opgelegd. De Inspecteur heeft dit standpunt gemotiveerd betwist.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 mei 2015 heeft het Hof de zaak behandeld. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur geen verwijt treft voor het buiten de termijn opleggen van de naheffingsaanslag. Het Hof concludeert dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Belanghebbende heeft ook aanspraak gemaakt op een vergoeding van immateriële schade, maar het Hof oordeelt dat de redelijke termijn niet is overschreden en wijst dit verzoek af. De uitspraak van het Hof is op 18 augustus 2015 gedaan.