15.Eiseres heeft gewezen op de uitspraak van deze rechtbank van 12 oktober 2011, nrs. AWB 11/586 en AWB 11/587, inzake de aan haar opgelegde aanslag IB/PVV 2007, terwijl verweerder heeft gewezen op de uitspraak van deze rechtbank van 9 februari 2012, nrs. AWB 11/586 en AWB 11/587, inzake de aan de echtgenoot opgelegde aanslag IB/PVV 2007. Uit deze uitspraken, in onderlinge samenhang bezien, blijken met betrekking tot de correctie ter zake van het inkomen uit aanmerkelijk belang de volgende feiten.
- Op 15 juli 2008 heeft de Britse belastingdienst in het kader van spontane gegevensuitwisseling informatie verstrekt aan de Belastingdienst/[Q] die onder meer als volgt luidt:
“Since I wrote to you on 6th June 2008, our investigator has received the financial statements of [de Ltd., zie hierna] for the year ended 31st December 2006. […]
These financial statements show that [de Ltd.] paid dividends of £3,705,000 for the year, the beneficiary of which would be the ultimate holding company, [de NV, zie hierna] of the Netherlands Antilles. As you will be aware from earlier correspondence, we have been told by [de echtgenoot] of the Netherlands that he is beneficial owner of that company.”
- Het voormelde bedrag van £ 3.705.000 vertegenwoordigde ten tijde van de dividenduitkering, omgerekend naar een wisselkoers van 0,66845, een waarde van ruim € 5.500.000.
- Uit de gegevensverstrekking van de Britse fiscus met betrekking tot de echtgenoot volgt verder dat de echtgenoot op 24 juni 2005 ten overstaan van een notaris heeft verklaard dat hij alle certificaten bezit in [A] Ltd. NV (de NV) gevestigd te Curaçao.
- Bij brief van 12 maart 2009 heeft verweerder eiseres verzocht de jaarrekeningen en jaarverslagen van de NV voor 2005 en 2006 te verstrekken. Deze heeft eiseres niet verstrekt.
- In haar brief van 1 april 2010 antwoordt [C] NV, bestuurder van de NV, voor zover hier van belang als volgt op een brief van eiseres.
“Zonder partij te willen zijn of te worden in een geschil tussen U en de Nederlandse belastingdienst en gelet op Uw uitzonderlijke verzoek bevestigen wij dat U niet geregistreerd staat als deelgerechtigde (aandeelhouder) in onze administratie.
Voorts verzocht U, indien mogelijk, om afschriften van jaarrekeningen 2005 en verder van onze organisatie. Helaas kunnen wij aan dit verzoek niet voldoen om reden:
1e. U niet deelgerechtigd bent;
2e. De jaarrekeningen nog de goedkeuring behoeven van de Algemene vergadering van Aandeelhouders en derhalve worden aangemerkt als “concept” uitsluitend voor interne doeleinden.
3e. De veronderstelling dat er door onze organisatie “dividend” is uitgekeerd berust op een misverstand. Elke besluitvorming daarom trend kan slechts worden genomen door de Algemene vergadering van Aandeelhouders. Derhalve berichten wij U dat er geen dividendbetalingen in het verleden hebben plaatsgevonden en zeker niet aan U.”
- In zijn brief van 1 september 2011 aan de NV heeft de managing director van [B] Ltd (de Ltd.) het volgende geschreven:
“As requested I hereby send you the current account balances between [de NV] and [de Ltd.] as per:
31 December 2005- £3,705,315.82 in favor of [de Ltd.]
31 December 2006- £3,705,315.82 in favor of [de Ltd.]
31 December 2007- £315,82 in favor of [de Ltd.]”
- Bij het vaststellen van de (navorderings)aanslagen IB/PVV voor 2006 heeft verweerder zowel bij eiseres als bij de echtgenoot een geschat regulier voordeel uit aanmerkelijk belang van € 200.000 in de heffing betrokken. Hierbij is verweerder ervan uitgegaan dat de NV jaarlijks een bedrag van ongeveer 10% van de door haar ontvangen dividenduitkering als dividend uitkeert aan de echtgenoot in zijn hoedanigheid van uiteindelijk gerechtigde, waarvan op grond van artikel 2.17, derde lid, Wet IB 2001 de helft aan eiseres dient te worden toegerekend.