ECLI:NL:GHARN:2012:BY3833

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
6 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.109.069
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerping van hoger beroep wegens ontbreken van gronden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Fritzen Fracht GmbH & Co KG, hierna te noemen 'Fritzen', en Scheepsreparatiebedrijf Misti B.V., hierna te noemen 'Misti'. Fritzen had bij exploot van 23 april 2012 Misti aangezegd van een vonnis van de rechtbank Arnhem in hoger beroep te komen. De appeldagvaarding was ingesteld voor 2 oktober 2012. Misti heeft echter een anticipatie-exploot ingediend, waarbij zij de zaak vervroegd op de rol heeft aangebracht en Fritzen heeft opgeroepen om te verschijnen op 3 juli 2012. Fritzen is op deze datum niet verschenen, noch bij advocaat. Het hof heeft Fritzen vervolgens de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen door op 17 juli 2012 te verschijnen, maar ook op deze datum is Fritzen niet verschenen. Evenmin is Fritzen verschenen op de oorspronkelijk aangezegde roldatum van 2 oktober 2012.

Het hof heeft vastgesteld dat Misti bij het anticipatie-exploot niet heeft aangezegd dat zij bij niet verschijnen van Fritzen zou vorderen dat zij van de instantie zou worden ontslagen. Hierdoor kon er geen verval van instantie worden uitgesproken. Echter, omdat Fritzen in de appeldagvaarding geen gronden voor het hoger beroep heeft aangevoerd, heeft het hof geoordeeld dat de vordering in hoger beroep niet naar de eisen van de wet met redenen was omkleed. Daarom heeft het hof het hoger beroep verworpen.

In de beslissing heeft het hof Fritzen veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 4.836,- voor griffierecht en € 1.947,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief. Deze uitspraak is gedaan door de derde kamer van het Gerechtshof Arnhem en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.109.069
(zaaknummer rechtbank 199351)
arrest van de derde kamer van 6 november 2012
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
Fritzen Fracht GmbH & Co KG,
gevestigd te Emden, Duitsland,
appellante,
hierna: Fritzen,
niet verschenen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Scheepsreparatiebedrijf Misti B.V.,
gevestigd te Arnhem,
geïntimeerde,
hierna: Misti,
advocaat: mr. L.M. Parisius.
1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van
2 maart 2011 en 25 januari 2012 die de rechtbank Arnhem heeft gewezen tussen Fritzen als eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie en Misti als gedaagde in conventie, tevens eiseres in reconventie.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 Fritzen heeft bij exploot van 23 april 2012 Misti aangezegd van het hiervoor genoemde vonnis van 25 januari 2012 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van Misti voor dit hof tegen 2 oktober 2012.
2.2 Bij anticipatie-exploot van 25 juni 2012 heeft Misti aan Fritzen aangezegd dat zij de zaak vervroegd op de rol wil aanbrengen en heeft zij Fritzen opgeroepen om te verschijnen op de roldatum 3 juli 2012.
2.3 Op de roldatum 3 juli 2012 heeft Misti de zaak aangebracht. Fritzen is toen niet (bij advocaat) verschenen.
2.4 Daarna is Fritzen in de gelegenheid gesteld om op de roldatum 17 juli 2012 alsnog
- bij advocaat - te verschijnen.
2.5 Fritzen heeft van de hiervoor onder 2.4 genoemde gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.6 Vervolgens heeft Misti de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
3.1 Ingevolge het, via de schakelbepaling van artikel 353 Rv, ook in hoger beroep toepasselijke artikel 126 lid 1 en 2 Rv, kan geïntimeerde de dagvaardingstermijn verkorten door middel van een anticipatie-exploot. Daarbij kan geïntimeerde de zaak doen inschrijven, indien de advocaat van appellant dit verzuimt. Indien de advocaat van appellant niet (op grond van artikel 353 lid 1 Rv: bij advocaat) verschijnt, kan geïntimeerde vorderen zij van de instantie wordt ontslagen met veroordeling van appellante in de kosten. Alvorens geïntimeerde ontslag van instantie wordt verleend, dient appellant evenwel de gelegenheid te krijgen zijn verzuim te herstellen.
3.2 In dit geval heeft Misti als geïntimeerde bij anticipatie-exploot de dagvaardingstermijn verkort en de zaak op de vervroegde datum van 3 juli 2012 doen inschrijven. Fritzen is op de vervroegde datum niet (bij advocaat) verschenen. Het hof heeft Fritzen in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen door op 17 juli 2012 te verschijnen. Op die roldatum is Fritzen niet (bij advocaat) niet verschenen. Ook op de door haarzelf oorspronkelijk (in haar appeldagvaarding aangezegde) roldatum 2 oktober 2012 is Fritzen niet (bij advocaat) verschenen.
3.3 Misti heeft bij het anticipatie-exploot niet aan Fritzen aangezegd dat zij bij niet verschijnen van Fritzen - bij advocaat - en/of verzuim van het nemen van de memorie van grieven in hoger beroep zal vorderen dat zij van de instantie zal worden ontslagen en evenmin heeft zij dit bij het aanbrengen van de zaak gevorderd. Bij gebreke van een daartoe strekkende vordering kan dan ook geen verval van instantie worden uitgesproken.
3.4 Nu Fritzen in de appeldagvaarding evenwel geen gronden voor het hoger beroep heeft aangevoerd is de vordering in hoger beroep niet naar de eis van de wet met redenen omkleed, zodat het hof het hoger beroep zal verwerpen.
3.5 Fritzen zal in de kosten van het hoger beroep worden veroordeeld. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Fritzen zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht € 4.836,-
en
voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief:
0.5 punten x tarief VII € 1.947,- .
4. De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
- verwerpt het hoger beroep;
- veroordeelt Fritzen in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Misti vastgesteld op € 4.836,- voor griffierecht en op € 1.947,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.C. Frankena, M.F.J.N. van Osch en B.J. Lenselink en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 6 november 2012.