ECLI:NL:GHARN:2012:BX4766
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M.J. Peters
- C.M. Ettema
- A.J.H. van Suilen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en ondernemerschap van interim-werkzaamheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, die op 25 oktober 2011 het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2007 ontvangen, waarbij de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaarde. Belanghebbende stelde dat zijn interim-werkzaamheden in de gezondheidszorg als ondernemerschap moesten worden aangemerkt, wat recht gaf op zelfstandigenaftrek en MKB-vrijstelling. De Inspecteur betwistte dit en stelde dat er geen sprake was van een onderneming, omdat belanghebbende onvoldoende ondernemersrisico liep en slechts een beperkt aantal opdrachtgevers had.
Tijdens de zitting op 7 maart 2012 werd het standpunt van belanghebbende verder toegelicht. Hij voerde aan dat hij in 2007 met zijn interim-werkzaamheden meer dan één opdrachtgever had, dat hij investeringen had gedaan en dat hij een beroepsaansprakelijkheidsverzekering had afgesloten. De Inspecteur daarentegen stelde dat het aantal opdrachtgevers te gering was en dat er geen reëel ondernemingsrisico was.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij met zijn interim-werkzaamheden een onderneming had. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en de uitspraak van de Inspecteur, en verminderde de aanslag tot een belastbaar inkomen van € 45.215. Tevens werd de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en werd het betaalde griffierecht vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juli 2012, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.