Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
[appellant 3],
[appellant 4],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
blauwe penaangegeven percelen (hierna ook te noemen: de blauwe percelen) zijn de percelen grond die in eigendom toebehoren aan de Provincie. Het betreft de percelen met de kadastrale aanduidingen gemeente [plaatsnaam] , [perceel A] , [perceel B] , [perceel C] en [perceel D] . Deze stroken grond heeft de Provincie nodig ten behoeve van de aanleg van de N 837. De werkzaamheden hebben reeds een aanvang genomen. De met
rode penaangegeven percelen grond hebben betrekking op de hier van belang zijnde erfdienstbaarheid. Daarbij geeft de rode rechthoek het agrarisch bedrijf van [appellant 4] aan, de rode pijl (die loopt over de [straatnaam] ) geeft het perceel aan ten laste waarvan de erfdienstbaarheid is gevestigd (perceel [perceel E] ; het lijdend erf) en het rode kruis markeert het perceel ten gunste waarvan de erfdienstbaarheid is gevestigd (perceel [perceel P] ; het heersend erf). Het perceel [perceel E] heeft de Provincie nodig voor de aanleg van de weg en ook op dit perceel grond zijn de werkzaamheden begonnen.
ende eventuele daaruit voor de heersende erven vootrvloeiende schade
isvergoed. Aan die laatste voorwaarde is volgens [appellanten] aantoonbaar niet voldaan.
ende eventuele daaruit voor de heersende erven voorvloeiende schade
isvergoed. Uit de bewoordingen van de akte valt voorshands niet af te leiden dat het - zoals de Provincie aanvoert - de bedoeling van partijen is geweest om de erfdienstbaarheid reeds te laten eindigen zodra het dienende erf (perceel [perceel E] ) in gebruik wordt genomen voor de aanleg van de weg en ook anderszins is dit niet voldoende gebleken. Anders dan de Provincie betoogt staan de redelijkheid en billijkheid evenmin aan deze uitleg in de weg, nu [appellanten] voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat het uitblijven van overeenstemming over de schadevergoeding niet enkel aan hun houding is te wijten.