Uitspraak
Taxi Oost
[de werkneemster]
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Taxi Oost Steenwijk B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, waarin de werkneemster, die als taxichauffeur in dienst was, een loonvordering had ingediend. De werkneemster vorderde nabetaling van loon omdat zij ontdekte dat Taxi Oost, volgens haar ten onrechte, ingeroosterde uren onbetaald had gelaten. De kantonrechter had de vordering van de werkneemster toegewezen, maar Taxi Oost was het niet eens met deze uitspraak en stelde dat de werkneemster te laat had geklaagd en dat de administratie van de werkgever deugdelijk was. Het hof oordeelde dat het hoger beroep grotendeels niet slaagde. Het hof stelde vast dat de werkneemster niet verplicht was om aan oproepen van de werkgever gehoor te geven en dat de cao bepalingen over onderbrekingen niet correct waren toegepast door Taxi Oost. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter voor zover het aan hoofdsom meer was toegewezen dan € 9.382,30 bruto en bevestigde de veroordeling van Taxi Oost tot terugbetaling van te veel betaald loon aan de werkneemster, met wettelijke rente. Taxi Oost werd ook veroordeeld in de proceskosten van de werkneemster in hoger beroep.