Uitspraak
[appellant],
de curator,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
€ 7.000,00, vanaf de bankrekening van LDS aan [appellant] :
€ 7.000,- aan hem te betalen op grond van onverschuldigde betaling dan wel op grond van de faillissementspauliana. [1]
€ 7.000,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 maart 2023, en tot betaling van
3.Het oordeel van het hof
€ 7.000,- te behouden nadat de curator om terugbetaling had gevraagd. Gelet op het voorgaande was [appellant] echter niet gehouden tot terugbetaling en is van onrechtmatig handelen op de door de curator gestelde grond geen sprake. Van enig ander onoorbaar handelen van [appellant] dat een onrechtmatige daad oplevert, is evenmin gebleken.