Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De omvang van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 december 2001 tot en met heden in de [gemeente 1] en/of [gemeente 2] , althans in Nederland en/of Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 april 2007 tot en met 15 april 2010 te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of [plaats 4] en/of [plaats 5] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt of gebruik heeft doen maken van (de/een) (onder meer) hierna te noemen valse document(en) - (elk) zijnde een geschrift dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - waaronder:
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2006 tot en met 11 december 2015 te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of [plaats 4] , althans in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft bewogen tot de afgifte van (totaal) EUR 277.382,= althans van enig( e) geldbedrag(en) , in elk geval tot uitbetaling van een uitkering (anders dan waartoe hij recht op had) in het kader van de Ziektewet en/of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen afgegeven en/of doen toekomen:
De geldigheid van de dagvaarding
De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
het bezitten, beheren en exploiteren van de appartementen, bekend als ‘ [naam appartementencomplex] ’ gelegen op het [perceel] ’, [12] een stuk grond op Aruba gekocht, waarna hij ten behoeve van [medeverdachte] tevens een aanzienlijk geldbedrag voor de herfinanciering van het op deze grond gebouwde appartementencomplex heeft betaald. Eén van de zogenoemde witwastypologieën is het bezit van vastgoed in het buitenland.
Bewezenverklaring
[medeverdachte] in de periode van 14 december 2001 tot en met 3 maart 2020 in Nederland en Aruba, van voorwerpen, te weten geldbedragen, de herkomst heeft verborgen en verhuld en heeft verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerpen was, terwijl zij wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
hij in de periode van 12 april 2007 tot en met 15 april 2010 in Nederland, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de hierna te noemen valse documenten - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - waaronder:
hij de periode van 1 november 2006 tot en met 11 december 2015 in Nederland telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft bewogen tot de afgifte van totaal € 277.382,-, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en in strijd met de waarheid aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen afgegeven en doen toekomen:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een
proeftijd van 1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
geldboetevan
€ 75.000,00 (vijfenzeventigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 30.756,30 (dertigduizend zevenhonderdzesenvijftig euro en dertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.