Uitspraak
1.INLEIDING
- ‘Sir’;
- ‘ENEMY FOR ALL MOTHERFUCKER(S)’;
- ‘TICKET TO HELL MOTHERFUCKERS’;
- ‘LAST MAN STANDING’.
- alle processen-verbaal van de terechtzittingen van de rechtbank tegen ieder van de Eris-verdachten, met uitzondering van de processen-verbaal over de persoonlijke omstandigheden van de verdachten;
- alle processen-verbaal van (getuigen)verhoor door de rechter-commissaris die in de zaken van één of meer van de verdachten zijn opgemaakt, met uitzondering van enkele getuigenverklaringen in de zaak Waterspin die alleen in de zaken van verdachten [medeverdachte 13] en [verdachte] zijn opgenomen;
- documenten en bescheiden die, op initiatief van de verdediging of anderszins, gedurende de procedure zijn toegevoegd aan het dossier in de zaak tegen één of meer verdachten.
2.Het vonnis van de rechtbank
3.Het hoger beroep
- [benadeelde partij 15] , bijgestaan door mr. N. Köse-Albayrak;
- [benadeelde partij 18] , bijgestaan door mr. N. Köse-Albayrak;
- [benadeelde partij 19] , bijgestaan door mr. N. Köse-Albayrak;
- [benadeelde partij 20] , bijgestaan door mr. N. Köse-Albayrak;
- [benadeelde partij 21] , bijgestaan door mr. N. Köse-Albayrak;
- [benadeelde partij 22] , bijgestaan door mr. N. Köse-Albayrak.
4.De tenlastelegging
[slachtoffer 23] heeft vermoord;
[slachtoffer 23] heeft uitgelokt;
[slachtoffer 19] heeft gedwongen tot afgifte van een
5.De voorvragen, overwegingen en algemene conclusies over de kroongetuige en overwegingen over het onderzoek aan gegevensdragers en locatiegegevens
het hof begrijpt: in zijn hoedanigheid van getuige]. De officier van justitie verbond zich om bij volledige nakoming door [kroongetuige] van de overeenkomst de strafeis voor zijn aandeel in de dealfeiten op twaalf jaren gevangenisstraf te stellen. Daarbij werd opgemerkt dat de strafeis tegen een verdachte die geen kroongetuige is, bij gelijke omstandigheden een gevangenisstraf van 24 jaren zou bedragen (de basisstrafeis). De strafvervolging van [kroongetuige] zou zich, behoudens bij gewijzigde omstandigheden, uitstrekken tot het medeplegen van de moord op [slachtoffer 21] , het medeplegen van het voorhanden hebben van twee vuurwapens, het medeplegen van opzetheling van twee personenauto’s, het medeplegen van opzettelijk gebruikmaken van een valse kentekenplaat, en ook – bij voldoende bewijs – het medeplegen van poging doodslag dan wel bedreiging en vernieling op 28 en 29 juni 2017 in Doorn en tot deelname aan een criminele organisatie.
. [1] Het hof wijst er overigens in dit verband op dat [kroongetuige] de kluisverklaringen al heeft afgelegd voordat met hem de in artikel 226g, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering bedoelde afspraak is gemaakt, dus zonder dat hij wist of de afspraak zou worden gemaakt en, zo ja, onder welke voorwaarden, terwijl de details van de toegezegde feitelijke maatregelen voor de bescherming van [kroongetuige] nóg later, pas kort voor het aflopen van de gevangenisstraf worden bepaald. Er is dus geen aanwijzing dat er sprake is van verboden toezeggingen in het kader van de beschermingsovereenkomst, laat staan dat onder invloed van verboden toezeggingen in strijd met de waarheid zou zijn verklaard.
- De informatie van de kroongetuige is geheel nieuw en wordt pas later in het onderzoek bevestigd door gegevens waarvan de kroongetuige niet op de hoogte kon zijn;
- De informatie kan worden bevestigd met zich al in het dossier bevindende onderzoeksresultaten of andere gegevens waarvan de kroongetuige op de hoogte kon zijn;
- De informatie wordt verkregen naar aanleiding van aan de kroongetuige voorgehouden onderzoeksresultaten.
- De verklaring van de kroongetuige dat een zekere “ [naam gelijkend op naam 45] ” of “ [naam gelijkend op naam 45] ” opdrachtgever voor een aantal liquidaties was, komt overeen met een PGP-gesprek tussen [medeverdachte 14] en ‘The wizzard’ waarin “ [naam gelijkend op naam 45] ” als opdrachtgever wordt genoemd;
- De kroongetuige heeft verklaard dat [medeverdachte 14] hem een A4’tje met een foto van
- [medeverdachte 14] zou opdracht hebben gegeven voor de beschieting van een woning aan de [adres] in Doorn. Op gegevensdragers van [medeverdachte 14] is een beeldopname van een PGP-gesprek aangetroffen waarin wordt gesproken over een donkere straat met bomen bij de afslag Maarn (Doorn) van de A12. Ook is op die gegevensdrager een afbeelding van een printje van een routebeschrijving van Google Maps van ‘Mijn locatie’ naar de [adres] in Doorn gevonden;
- [medeverdachte 14] zou zijn benaderd door [medeverdachte 18] omdat zijn zoon in de problemen was gekomen door een vergismoord. Onder [medeverdachte 14] zijn beeldopnames van whatsappgesprekken en PGPgesprekken tussen beiden van ongeveer twee weken na de betreffende vergismoord over de zoon van [medeverdachte 18] aangetroffen;
- Het geld voor de moord op [slachtoffer 21] zou op de dag na de moord door een motorrijder zijn opgehaald. Op gegevensdragers van [medeverdachte 14] is de volgende chat van
Landeck) heeft het hof geoordeeld dat voor het verkrijgen van toegang tot dergelijke gegevens voorafgaande toestemming nodig is van een rechterlijke instantie of een onafhankelijk, niet bij de opsporing betrokken, bestuursorgaan indien er een kans is dat die toegang het mogelijk maakt nauwkeurige conclusies over iemands privéleven te trekken. [4]
Prokuratuur) is de Hoge Raad tot het oordeel gekomen dat de onder andere in artikel 126n van het Wetboek van Strafvordering neergelegde bevoegdheden tot het vorderen van
Prokuratuur) aanleiding gezien te bepalen dat als de officier van justitie verkeers- en locatiegegevens wil verkrijgen die meer omvatten dan uitsluitend identificerende gegevens, hij gehouden is een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris te vorderen voor het vorderen van die gegevens. [8]
6.De waardering van het bewijs en de conclusies van de veredelingen
De liquidatie van [slachtoffer 23]
De verklaringen van [kroongetuige]
De onderbouwing van de verklaringen van [kroongetuige] en overige
[medeverdachte 14] beschikt over persoonsgegevens van [slachtoffer 23]
Contactleggen met [slachtoffer 23]
Vuurwapen ophalen in Delft
[adres]
Verzamelen informatie over [slachtoffer 23]
Suzuki Wagon R in gebruik bij [medeverdachte 3] op de plaats delict
Uitbetaling
De rol van [verdachte]
De verklaringen van de verdachten
[slachtoffer 19]
[slachtoffer 8]
De rol van [medeverdachte 13]
De rol van [verdachte]
7.De bewezenverklaring
hij op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 juni 2017 tot en met
1 december23 november 2018 te Hilversum en
/ofEindhoven,
althans in Nederland, (telkens)tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door met
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 8] te dwingen tot de afgifte van 90.000 euro,
in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 8] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),contact heeft opgenomen met [slachtoffer 8] en
/ofdiens broer
(s), en
/of (daarbij
)
/ofzijn zoon zouden weten te vinden, en
/of
(van 90.000 euro
)voor 9 november 2018 betaald moest zijn anders moest hij de gevolgen maar aanvaarden, en
/of
(s)van [slachtoffer 8] heeft gezegd – zakelijk weergegeven – dat
/of
/ofmoest betalen, en
/of
/of
de kinderenvan [slachtoffer 8] zouden gaan om de betaling af te dwingen, en
/of
hij op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
11 september 2017
27 juli14 juni 2018
te Laren en/of Hilversum, althans enin Nederland,
(telkens)tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/of eenanderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 19] heeft gedwongen tot de afgifte van een motorfiets (een Harley Davidson ter waarde van ongeveer 15.000 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 19] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),door
en/of diens moeder en/of zus,en
/of
[slachtoffer 19] en/of diens moeder en/of zus thuis op te zoeken, en/of
- op
- (daarbij
)tegen [slachtoffer 19] te zeggen – zakelijk weergegeven – dat zijn leven zou worden beëindigd en
/ofhem
en/of zijn moeder en/of zijn zusiets zou worden aangedaan.
8.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
9.De strafbaarheid van de verdachte
10.De oplegging van straf
11.Het beslag
12.De vorderingen van de benadeelde partijen
Het oordeel van het hof
13.DE VOORLOPIGE HECHTENIS
14.De toepasselijke wettelijke voorschriften
15.DE BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) jaar.
- (3) Aquarius BQ-telefoon, nummer AS.01.02.001;
- (5) Samsung-telefoon, nummer AS.03.01.001.
teruggaveaan de verdachte van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- (1) Mobiele telefoon BQ PGP, nummer B.1.1.1;
- (2) Mobiele telefoon Samsung, nummer B.6.1.1;
- (4) BlackBerry, nummer AS.01.03.003;
- (6) TomTom, nummer AS.06.01.001.001.
- 6 mei
- 15 mei
- 13 juli
- 14 juli
- 28 juli
- 8 oktober
- 9 oktober
- 16 oktober
- 30 augustus
- 31 augustus
- 1 september
- 7 september
- 9 september
- 17 september
- 5 november
- 9 november
- 11 november
- 16 november
- 18 november
- 11 januari
- 13 januari
- 18 januari
- 21 januari
- 28 januari
- 21 februari
- 24 februari
- 18 april
- 19 april
- 4 juli
- 5 juli
- 19 september
- 21 september
- 2 november
- 22 november
- 27 november
- 1 december
- 8 december
- 12 december
- 9 januari
- 23 januari
- 25 januari
- 4 maart
- 12 maart
- 6 mei
- 7 mei
- 13 mei
- 14 januari
- 15 januari
Februari:
- contact heeft opgenomen met [slachtoffer 8] en/of diens broer(s), en/of (daarbij)
- tegen [slachtoffer 8] heeft gezegd – zakelijk weergegeven – dat
- contact op te nemen met [slachtoffer 19] en/of diens moeder en/of zus, en/of
- [slachtoffer 19] en/of diens moeder en/of zus thuis op te zoeken, en/of
- op of omstreeks 14 juni 2018 in restaurant [restaurant] in Mijdrecht in een groep met getalsmatige overmacht (dreigend) tegen [slachtoffer 19] te zeggen dat hij (aan [medeverdachte 13] ) moest betalen en/of een onderpand/borg moest geven en/of dat hij zijn motor moest inleveren en/of
- (daarbij) tegen [slachtoffer 19] te zeggen – zakelijk weergegeven – dat zijn leven zou worden beëindigd en/of hem en/of zijn moeder en/of zijn zus iets zou worden aangedaan.