Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De kern van de zaak en de beslissing
total losswas verklaard een wezenlijke tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst oplevert, gelet op het feit dat Stormont de Porsche als beleggingsobject had gekocht. Omdat Marstede hiervan op de hoogte was, kan zij zich er niet op beroepen dat Stormont niet tijdig over een door haar gesteld gebrek aan het voertuig heeft geklaagd. Marstede is daarom aansprakelijk voor de schade die Stormont ten gevolge van de tekortkoming heeft geleden. Stormont heeft ook nog aangevoerd dat Marstede onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, maar gelet op het voorgaande heeft zij geen belang bij een afzonderlijke behandeling van die grondslag. Het beroep van Stormont op onrechtmatig handelen door [geïntimeerde1] als bestuurder (bestuurdersaansprakelijkheid), dat naar Nederlands recht moet worden beoordeeld, zal worden afgewezen. Van een ernstig persoonlijk verwijt van zijn zijde is geen sprake. Het hof legt zijn oordeel hierna uit, dit na het schetsen van de achtergrond van het geschil.
4.De achtergrond van het geschil
Unfallfahrzeug, Totalschaden, nicht fahrbereit!!’
Any accidents?’
The car had a very light accident in January 2020, there was replacement from frontbonnet, headlamp, and 2 Magnesium wheels. So there was some new paintwork, but its done in high standard. Every check by a porsche dealer is alowed.’
Im Hinblick auf den über dem Wiederbeschaffungswert liegenden Reparaturkosten handelt es sich um einen Totalschaden.’
After lifting the vehicle to inspect the vehicle’s chassis we have stopped the inspection as this vehicle is unsafe to be driven and further inspection will be unnecessary until major repairs have been completed. It is clear that this vehicle has absorbed a significant amount of energy to the driver side of the vehicle during an impact of some kind. Many suspension components have clearly be replaced due to the impact.’
carbon fibre(koolstofvezel) van de Porsche. Ten aanzien van positie 4 van de auto ‘
Vehicle overview, Pos. 4, Engine carrier bottom side’(onderste deel van de motordrager) staat bij Result: ‘
Delamination, depth 0.5 mm and deeper. Cracks’
5.De beoordeling van het hof
total loss-verklaring wat het voertuig bij doorverkoop aanzienlijk minder waard maakt.
You did a great deal!! See the rapidly rising prices very best investment’, waarop [naam1] antwoordt: ‘
Yes, thank you, so far so good!’
total losswas verklaard een wezenlijke tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, gelet op het feit dat Stormont de Porsche als beleggingsobject had gekocht. Op grond van artikel 35 lid 2 onder a en b Weens Koopverdrag moet de verkoper immers zaken afleveren die aan de overeenkomst beantwoorden. Zaken beantwoorden aan de overeenkomst, indien zij geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor zaken van dezelfde omschrijving gewoonlijk zouden worden gebruikt (onder a) dan wel indien zij geschikt zijn voor een bijzonder gebruik (onder b). In het laatste geval moet bij het sluiten van de overeenkomst aan de verkoper het beoogde bijzondere gebruik uitdrukkelijk of stilzwijgend ter kennis zijn gebracht en de verkoper mag hiertegen niet hebben geprotesteerd. Stormont meent dat de Porsche niet beantwoordde aan de door Marstede beloofde eigenschappen. Zij heeft in dat kader aangevoerd dat een voertuig als een Porsche Carrera GT vanwege de bijzondere aard ook een beleggingsobject is, waarbij in algemene zin geldt dat dergelijke voertuigen meer waarde hebben naarmate deze voertuigen een lagere kilometerstand hebben en zo origineel mogelijk zijn. Een ongevalsvoertuig heeft volgens Stormont per definitie een aanzienlijk lagere waarde. Daarom was zij aanvankelijk ook op zoek naar een schadevrij voertuig. Toen zij van Marstede had vernomen dat de Porsche bij een licht ongeluk was betrokken en er bovendien slechts in zeer beperkte mate herstelwerkzaamheden aan de auto hadden plaatsgevonden (‘cosmetische schade die niet traceerbaar was hersteld’), ging zij ervan uit dat de waarde van de auto niet (sterk) onder het ongeval zou lijden. Dat leidde Stormont ook af uit de marktconforme koopprijs. Naderhand bleek echter dat de auto bij een zwaar ongeluk met
total lossverklaring was betrokken. Daardoor was de Porsche aanzienlijk minder waard en beantwoordde het verkochte niet aan de door Marstede beloofde (algemene en bijzondere eigenschappen). Marstede heeft dit onvoldoende gemotiveerd weersproken. Voor haar verweer heeft zij verwezen naar ‘deel A’ van haar memorie van antwoord (randnummer 78). Daarin is zij echter niet ingegaan op de stelling van Stormont dat door de
total lossverklaring de auto sterk in waarde is gedaald, maar heeft zij zich beperkt tot het verweer dat met de auto niets aan de hand was, dat de schade door de aanrijding vakkundig is hersteld en dat de kooprijs reëel was. Marstede heeft dit evenmin gedaan in haar processtukken van de eerste aanleg (waar het hof gelet op de devolutieve werking van het hoger beroep acht op heeft geslagen).
total losswas verklaard omdat Marstede immers
wistdat Stormont de Porsche als beleggingsobject wilde kopen. Marstede wist als verzamelaar van zeldzame en kostbare auto’s ook, althans had dit behoren te weten, dat een
total lossverklaring een sterk waardedrukkend effect op een dergelijke auto had. Zij verkocht immers ook weleens auto’s als zich de gelegenheid voordeed, zoals hier het geval was. Op de zitting heeft [geïntimeerde1] op de vraag van het hof waarom hij de
total lossverklaring niet aan Stormont heeft gemeld, geantwoord dat hij de bewoordingen op de factuur van de Porsche had zien staan. Hij heeft toen ook aan de verkoper [naam4] gevraagd waarom dat er stond. Daarop was het antwoord volgens [geïntimeerde1] dat dit heel vaak gebeurt bij schadevoertuigen omdat men niet wil dat er achteraf nog gereclameerd kan worden. [geïntimeerde1] betwist ook dat de auto
total lossis geweest; dat was hij niet en is hij niet. In het verlengde daarvan heeft [geïntimeerde1] op de zitting de conclusies uit de rapporten van [naam6] , Repasi en Hünefeld betwist.
total losswas, ontslaat hem echter niet van de verplichting om dit feit (de
total lossverklaring op de factuur) aan Stormont mee te delen. Deze verplichting ziet niet zozeer op de technische mankementen als wel op het feit dat de auto als beleggingsobject is verkocht. Of de auto op het moment van verkoop aan Stormont door de reparaties nog steeds
total losswas (wat Stormont stelt en Marstede betwist) is in dit verband niet doorslaggevend. Het gaat er immers om dat de Porsche dit volgens de factuur wél is geweest en dat een
total lossverklaring invloed heeft op de waarde van de auto als beleggingsobject. Het hof acht hierbij van belang dat Marstede gelet op de lage kooprijs van € 290.000 voor een dergelijke zeldzaam voertuig er niet zonder meer van had mogen uitgaan dat hetgeen op de factuur stond (‘-
Unfallfahrzeug, Totalschaden, nicht fahrbereit!!’) geen betekenis had.
total lossverklaring bewust heeft verzwegen, Marstede geen beroep toekomt op eventuele schending van haar klachtplicht als bedoeld in de artikelen 38 en 39 Weens Koopverdrag.
total lossverklaring een zwaar waardedrukkend effect heeft op een zeldzaam beleggingsobject als de Porsche Carrera GT. Desalniettemin heeft zij Stormont hiervan niet op de hoogte gesteld. Aanvankelijk had [naam2] aan Stormont gemeld dat de Porsche betrokken was bij een ‘
very light accident’ (zie rov. 4.6). Naderhand heeft [geïntimeerde1] weliswaar aan [naam1] meegedeeld dat de auto bij een proefrit door een servicemonteur op de snelweg tegen een vangrail was terechtgekomen, maar heeft daarbij niet laten weten dat de auto toen
total losswas verklaard. Nu Marstede met het gebrek (namelijk dat de Porsche
total losswas verklaard) bekend was en Stormont hiervan niet op de hoogte heeft gebracht terwijl zij dat wel had moeten doen, kan Marstede zich er niet op beroepen dat Stormont heeft verzuimd tijdig te klagen.
total lossverklaring, voor 800.000 US Dollar verkocht. De totale schade komt daarmee op 300.000 US Dollar dan wel € 279.969, te vermeerderen met rente en kosten, aldus Stormont.
op het moment van de tekortkoming, te weten 11 februari 2022. Rond het sluiten van de koopovereenkomst hebben [naam1] en [geïntimeerde1] immers op 11 februari 2022 telefonisch met elkaar gesproken, waarop [geïntimeerde1] de vraag van [naam1] of de Porsche bij een ongeval betrokken is geweest, weliswaar bevestigend heeft beantwoord maar daarbij
nietgemeld dat de auto toen ook total loss was verklaard. Uit het overzicht dat Marstede heeft overgelegd, blijkt niet wat de verkoopwaarde van een vergelijkbare Porsche Carrera GT in 2022 was. Marstede heeft met dit overzicht dus niet onderbouwd betwist dat de verkoopwaarde van het voertuig lager ligt dan de bedragen die blijken uit de door Stormont ingebrachte taxaties. Dit betekent dat de door Stormont gevorderde schade van 300.000 US Dollar (die voor het overige onvoldoende gemotiveerd is weersproken) zal worden toegewezen.
Beklamelnorm [8] . Volgens Stormont wist [geïntimeerde1] dat de Porsche op essentiële punten werd verkocht onder een opzettelijke verkeerde voorstelling van zaken. Hij wist of behoorde te weten dat Marstede de gesloten overeenkomst niet behoorlijk zou nakomen. Daarom valt [geïntimeerde1] een persoonlijk ernstig verwijt te maken. Zelfs al mocht [geïntimeerde1] aannemen dat de Porsche deskundig was hersteld (wat Stormont betwist), kan hem dit niet baten. Dat laat immers onverlet dat hij de
total lossverklaring heeft verzwegen én een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven over de herstelwerkzaamheden aan het voertuig.
Spaanse Villa. [9] Door mee te werken aan een verkoop waarin een voertuig in het verkeer is gebracht dat ‘
nicht fahrbereit’ was verklaard, heeft [geïntimeerde1] het risico genomen dat een ongeluk met zeer ernstige gevolgen zou kunnen plaatsvinden. Hierdoor heeft hij een persoonlijk op hem rustende zorgvuldigheidsnorm geschonden. Dit levert een ernstig verwijtbare onrechtmatige daad op.
Spaanse Villa. Alle handelingen die [geïntimeerde1] heeft verricht, heeft hij verricht in zijn hoedanigheid van bestuurder van Marstede. Dat hij die handelingen (ook) privé of in een andere hoedanigheid heeft verricht, is gesteld noch gebleken, zodat onduidelijk is waarom [geïntimeerde1] in zoverre een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. Dat betekent dat zijn handelen beoordeeld moet worden aan de hand van de verzwaarde maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid. Voor het aannemen van een zodanige aansprakelijkheid is als gezegd vereist dat hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Daarvan is geen sprake.