ECLI:NL:GHARL:2025:4696
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij kop-staartbotsing en bewijslast in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een aanrijding tussen twee voertuigen. De appellant, die schadevergoeding vorderde, stelde dat de geïntimeerde onrechtmatig had gehandeld door onvoldoende afstand te houden. Het hof oordeelde dat de bewijslast voor de toedracht van de aanrijding op de appellant rustte. De appellant was er niet in geslaagd om het bewijs te leveren dat de geïntimeerde aansprakelijk was voor de schade. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de vorderingen van de appellant waren afgewezen. De rechtbank had overwogen dat de enkele omstandigheid dat de geïntimeerde achterop de auto van de appellant was gereden, niet automatisch betekende dat er sprake was van onrechtmatig handelen. Het hof concludeerde dat de appellant niet in zijn bewijslevering was geslaagd en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten in hoger beroep.