Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
feit 1), een poging tot zware mishandeling (
feit 2 subsidiair) en overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 (
feit 3). Verdachte is voor deze feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van het voorarrest. Aan de proeftijd zijn naast algemene voorwaarden ook bijzondere voorwaarden (meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan schuldhulpverlening) verbonden. Daarnaast heeft de rechtbank verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen ontzegd voor de duur van twaalf maanden.
Aanvulling van bewijsoverweging
Oplegging van straf en maatregel
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 12 september 2024, waaruit blijkt dat verdachte meerdere keren is veroordeeld voor, onder andere, soortgelijke feiten. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee;
- een reclasseringsadvies van het Leger des Heils, afdeling Jeugdbescherming en Reclassering van 5 december 2024, opgemaakt door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker.
Beslag
- Een geldbedrag van € 530,00 (PL0900-MDRAA24026_827180);
- 1 STK Telefoontoestel (MDRAA24026_827144);
- 1 STK Telefoontoestel (MDRAA24026_827181).
- Een geldbedrag van € 530,00 (PL0900-MDRAA24026_827180);
- 1 STK Telefoontoestel (MDRAA24026_827144);
- 1 STK Telefoontoestel (MDRAA24026_827181).
Vorderingen tenuitvoerlegging 10-120142-22 en 21-000716-23
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Stb. 2011, 276) bevatte het eerste lid van artikel 51g Wetboek van Strafvordering de wettelijke verplichting dat het verzoek tot schadevergoeding (ook wel: ‘het voegingsformulier’) de naam, voornamen, geboortedatum en woon- en verblijfplaats van de benadeelde partij moest bevatten. Het schrappen van deze wettelijke verplichting vloeit voort uit de toezegging van de Minister van Veiligheid en Justitie om het voegingsformulier aan te passen, zodat het voor benadeelde partijen mogelijk werd op een ander adres dan het feitelijke woonadres domicilie te kiezen. De wijziging van het eerste lid van artikel 51g Wetboek van Strafvordering maakte deze aanpassing mogelijk (
Kamerstukken II2009/10, 32 363, 3).
Kamerstukken II2009/10, 28 684, 266 en
Kamerstukken II2008/09, 28 684, 208). Met datzelfde doel is per 1 oktober 2012 ook de mogelijkheid tot het doen van ‘aangifte onder nummer’ geïntroduceerd. Bij deze ‘anonieme aangifte’ worden de naam en adresgegevens van de aangever vervangen door een uniek nummer dat alleen bij de politie bekend is.
Kamerstukken II2015/16, 33 552, 17).
Stb. 2025, 29) dat strekt tot verdere bescherming van de privacy van slachtoffers door bepaalde persoonlijke gegevens niet meer standaard in de processtukken te vermelden. Dit besluit is overigens pas op 1 juli 2025 in werking getreden.
a)een opgave van de inhoud van de vordering en
b)van de gronden waarop deze berust moet bevatten. Uit de wettekst volgt – anders dan vóór 1 januari 2012 - niet dat het vermelden van persoonsgegevens, zoals naam en geboortedatum, vereist is voor voeging in het strafproces.
gehelestrafrechtelijke procedure, dus ook bij het indienen van een vordering tot schadevergoeding, steeds centraal staat.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Het hof stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte verplicht is zich, binnen 3 dagen na zijn invrijheidstelling, volgens afspraak meldt bij reclassering van het Leger des Heils, [locatie] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte meewerkt aan diagnostiek en een eventueel daaruit voorvloeiende behandeling bij een GGZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk na het ingaan van de proeftijd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- verdachte - indien de reclassering dat nodig acht - verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zo snel mogelijk na het ingaan van de proeftijd. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- verdachte meewerkt aan begeleiding vanuit Impact voor hulp bij praktische zaken. Hij geeft de toezichthouder toestemming voor het onderhouden van contact met zijn begeleider van Impact. Verdachte heeft de inspanningsverplichting tot het hebben en houden van een zinvolle dagbesteding. Zo nodig met hulp van een daartoe aangewezen instelling, dit ter beoordeling van de reclassering. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen van die instelling. Hij geeft toestemming aan de toezichthouder voor het onderhouden van contact met school en/of werk;
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- Een geldbedrag van € 530,00 (PL0900-MDRAA24026_827180);
- 1 STK Telefoontoestel (MDRAA24026_827144);
- 1 STK Telefoontoestel (MDRAA24026_827181).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.