5.3Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste wijze tot haar bewijsbeslissing is gekomen en zal de motivering daartoe dan ook goeddeels overnemen en aanvullen en/of verbeteren waar nodig.
eerst de consistentie van de inhoud van de verklaringen van [getuige 1] beoordelen,
vervolgens de overige bewijsmiddelen – waaronder de door verdachte afgelegde verklaringen – behandelen,
daarna de betrouwbaarheid van de overige bewijsmiddelen – waaronder de door verdachte afgelegde verklaringen – beoordelen,
vervolgens beoordelen of de verklaringen van [getuige 1] ondersteund worden door andere bewijsmiddelen,
daarna ingaan op de gebeurtenissen op en na 9 mei 2022 en deze in zijn oordeel betrekken,
vervolgens een conclusie trekken over de (on)bruikbaarheid voor het bewijs van de verklaringen van [getuige 1] ,
vervolgens zich uitlaten over de vraag of de opzet op de dood en de voorbedachte raad kunnen worden bewezen.
De (in)consistentie van de verklaringen van getuige [getuige 1]
heeft voor zover thans van belang de volgende verklaringen afgelegd.
De 112-melding bevat de eerste verklaring van [getuige 1] (M)
M: Ja 112 kom snel snel naar (onverstaanbaar) [adres] . Snel snel.
(onverstaanbaar). Nu nu komen.
OC: Waar moet ik, waar moet ik naartoe?
M: Alle eenheden [adres] . Alle eenheden. (...)
OC: Wat is er aan de hand dan?
M: Er is geschoten, er is geschoten, er is geschoten, komen alle eenheden, [adres]
(...)
OC: Welk huisnummer?
M: (onverstaanbaar) [adres] . (...) M: Ja hij heeft geschoten waar ik bij stond.
Verbatim verslag 1e verhoor [getuige 1] , d.d. 5 januari 2021 (G)
G: Ik vind het echt schandalig dat ik als melder ook aangegeven heb als melder, van
ook de beller, de eerste beller die de politie op 112 van begin tot einde op de hoogte heeft gehouden van die hele situatie waar dader naartoe rijdt, hoe die uitziet, politie komt ik helpen... (...) en er wordt euh Zo behandeld. (...)
G: Wij zijn toen naar [naam 2] gegaan. [naam 2] is de eigenaar op wiens naam hij staat in [adres] , waar incident zich heeft plaatsgevonden (...)
hij heet [verdachte] (...)
G: [slachtoffer] stond daarzo, niet zo ver van mij en hij liep deze kant (steekt zijn
rechterarm uit naar rechts, wijsvinger uitgestoken, trekt arm steeds verder in) maar hij liep... rechtstreeks naar [slachtoffer] .
Vv: Hij liep rechtstreeks...
G: Hij had, en ik zag in zijn hand (ondersteunt met zijn linkerhand zijn rechterhand) ik
zag het wapen (...)
G: Ja. Ik ging van uit, in eerste instantie dat het een (draait richting A) grap, schrik (kijkt Vv 4 aan) grapje was.
(kijkt A aan) Toen er werd geknald, maar ik heb nog nooit een knal van een pistool gehoord (gaat zitten) dus ik hoorde die knal, ik wist niet of het echt, maar dat moment begin ik wel, heb ik meters, begon ik te lopen. Toen hoorde ik d'r nog 1.
Vv: Twee knallen gehoord?
G: Ja. Alvorens hij heeft geschoten heeft hij gezegd, [slachtoffer] , wat heb je gedaan, jongen? Wat heb je gedaan? (...)
G: En toen heb ik twee stappen, drie stappen gemaakt en.... was ik bij de voordeur. Dat moment, hoef ik echt niks meer te zeggen hier want, heb ik mijn telefoon gepakt, 112 gebeld (tikt met zijn rechterhand in de handpalm van zijn linkerhand)
Verbatim verslag 2e verhoor [getuige 1] , d.d. 7 januari 2021
G: In die zaak van [slachtoffer] ben ik... GETUIGE... en ik ben melder van 112.
V: Ja
G: En nuhu, word, was ik de vorige keer heb ik meegewerkt netjes als getuige....
V: Hmhmm
G: ...ondanks het feit dat jullie mij verdachte noemen, nu krijg ik in verzekeringstelling, (...)
G: Alles wat ik weet, wil ik vertellen (kijkt V aan) (...)
G: En ik krijg alle beperkingen en ik krijg dit terwijl, ik ben niet de schutter, ik ben een GETUIGE!!! Die jullie gebeld heeft vanaf A tot Z. (...)
G: Zijn ouders zijn kapitalist.
Zijn rijke mensen, ik kan mij niet voorstellen waarom hij doodgeschoten is. (praat hard, heft handen op in vraaggebaar) DE ENIGE SCENARIO DIE IK KAN BEDENKEN.... (...)
G: Ik ik ik weet het niet. Ik schrik d'r zelf van. (...)
G: Waarom hij doorgeschoten is (...)
G: Gewoon afgeslacht. (...)
G: Ik vind jammer dat er geen 1 vraag is gesteld wat is mijn aandeel in deze dagen. Dan ben ik geen verdachte, dan ben ik getuige gewoon geweest, (praat tegen A) Hadden ze mij op een andere manier kunnen behandelen, meneer [naam 3] .
Verbatim verslag 3e verhoor [getuige 1] , d.d. 7 januari 2021
G: Stelt u mij die als [getuige 1] als verdachte of [getuige 1] als getuige? Want laten we voorop stellen, ik ben misschien in ogen van politie een verdachte, ik ben getuige. (...)
G: En ik heb hem zien schie, geschoten worden. Ben ik weggegaan. Toen ben ik met de politie naar boven gegaan. Weet je nog. En ik zie hem daar liggen op de grond, hier een gat
V: Ja
G: Levenloos. Dat is wat ik zie, wat ik steeds....
V: Ja, dat snap ik
G: Dat komt steeds terug
V: Ja maar dat begrijp ik.
G: Dat komt maar steeds terug, komt maar steeds terug. (...)
G: (...) ik denk niet dat je iemand doodschiet voor schulden. Ik heb ook bij mensen schulden, moet ik gaan doodschieten? Nee. (...)
G: (...) Opeens zie ik deze man, waar we nou over hebben, die [verdachte] , naar binnen lopen, zo. Hij loopt met iets grijs in zijn hand. Hij loopt zo direct naar die kant naar [slachtoffer] , ik sta hier, hij loopt direct naar hem toe. Wat heb je gedaan [slachtoffer] ? Ksuu. Wat heb je gedaan, [slachtoffer] ? Paf! Wat heb je gedaan, [slachtoffer] ?
V: U bent euh ja, snap ik. Ja, snap ik.
G: Hallo, hallo, één één de politie, snel snel. En ik wist niet eens dat het een echte wapen was, heh.
V: Pfff heftig
G: Wat heb je gedaan, [slachtoffer] . Wat heb je gedaan, [slachtoffer] ?
V: Meneer [getuige 1] , wilt u verder nog iets verklaren?
G: Nee. Ja, alsjeblieft, als die man nog vrij is, dan wil ik vluchten. Ik moet vluchten. Als hij nog vrij is, want hij heeft mij gezien bellen plus hij heeft nog gestopt. (...)
G: Dus ik moet uitkijken voor mijn leven (...)
Verklaring van [getuige 1] bij de rechter-commissaris d.d. 4 november 2021
U vraagt mij wat ik in de woning precies heb gezien. (…) Ik heb gezien dat meneer [verdachte] de woonkamer binnen liep. Rechtsom draaide hij de kamer binnen en liep, hij zette twee stappen. Hij zag mij toen aan de linkerkant. Hij keek naar mij en liep door zonder te stoppen, derde stap, vierde stap en bij de vijfde stap zag ik dat hij iets in zijn linkerhand had. Ik hoorde dat hij het wapen doorlaadde. [De getuige maakt daarbij een geluid.] Hij stond al bij [slachtoffer] . Het is in een seconde gebeurd. Ik hoorde hem tegen [slachtoffer] zeggen: waarom heb je dat gedaan, [slachtoffer] en toen hoorde ik de knal. De getuige maakt daarbij een geluid. Ik hoorde dat het wapen nog een keer doorgeladen werd. Ik zag dat hij weer schoot. Voor de tweede keer. Ik zag dat zijn hand, van [verdachte] , naar boven ging. (...) Mijn reactie was op dat moment: eruit. Dat was in drie of vier stappen. Ik heb de telefoon gepakt en heb 112 gebeld. (...)
U vraagt mij of ik ben blijven staan toen ik het eerste schot hoorde. Op dat moment nog wel. Daarna zei hij weer: Waarom heb je dat gedaan [slachtoffer] ? Na het tweede schot ben ik gaan lopen. (...)
U vraagt mij of [slachtoffer] nog op de verdachte af kwam. Nee. (...)
Verklaring van [getuige 1] ter terechtzitting op 11 mei 2022
Ik was bij de moord aanwezig. Ik heb daar een heldere verklaring over afgelegd. U, officier van justitie, heeft mij geweigerd om mij eerder te horen. Niemand wilde mijn verhaal horen, niet als slachtoffer, want ik was er ook bij aanwezig. (...)
Ik blijf bij mijn eerder afgelegde verklaring die ik heb afgelegd bij de rechter-commissaris. Ik heb verklaard dat verdachte zonder te wachten, zonder te twijfelen, rechtstreeks op [slachtoffer] is afgelopen en op hem is afgegaan. Ik hoor ook nog dat je zijn gezicht kapot hebt gemaakt. Verdachte heeft [slachtoffer] rechtstreeks, zonder om te draaien, met het wapen in zijn hand. Dat wapen heb ik niet gezien. Hij deed wel zijn hand zo rechtstreeks naar [slachtoffer] . Ik was erbij. Ik heb hem langs zien lopen. Ik heb hem horen schieten, de eerste keer en de tweede keer. Hij zei: "Waarom heb je dat gedaan [slachtoffer] ? En toen schoot hij. Hij heeft het nog een keer gezegd en hij heeft weer geschoten. Ik ben toen weggerend. (...) Hij is roekeloos, doelgericht, op [slachtoffer] afgegaan en heeft gelijk geschoten. (...)
De oudste rechter reageert:
Meneer [getuige 1] , de verklaring die u nu geeft, heeft dezelfde strekking als wat u bij de rechter-commissaris heeft verklaard.
De getuige verklaart:
Ik ben blij dat ik het nu tegen iedereen heb kunnen zeggen. (...) Het klopt zoals ik bij de rechter-commissaris heb verteld. U vraagt mij of mijn verklaringen van 5 januari 2021 en 4 november 2021 om 12.00 uur kloppen. Die verhalen kloppen en die wil ik bevestigen. (...)
Verklaring van getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris d.d. 4 juli 2022
(...)
Wat was het belang bij het bellen van mr. Gerrits? Er zijn bedreigingen gedaan naar mijn adres om de verklaringen af te zwakken. (...) Er zijn bedreigingen gedaan naar mijn adres, ook buiten de PI. (...)
Hoe is het gegaan op 5 januari 2021? (...)
Op een gegeven moment zag ik [verdachte] vanuit mijn linker ooghoek binnenlopen. (...) Hij had in zijn linkerhand de revolver. Rond de 50-70 cm, binnen een meter heeft hij rechtstreeks doelbewust op [slachtoffer] geschoten bij zijn borstzijde. Direct haalde hij de trekker, klik ding van het wapen, schoot hij voor de tweede keer. (...) Bij de tweede keer ging zijn hand naar boven, tijdens het horen van het schot, dat was een knal. Ik zou het nu weer herkennen, ik rende naar buiten, via de weg die [verdachte] naar binnenkwam. Bij de voordeur, voordat ik links afsloeg, op de galerij heb ik de telefoon gepakt, 112 gebeld. (...) [slachtoffer] is 2 keer beschoten in mijn bijzijn. (...)
Tussenconclusie
Het hof komt tot de conclusie dat de verklaringen van [getuige 1] de volgende strekking hebben:
In de 112-melding meldt [getuige 1] meerdere keren dat er is geschoten, dat er snel meerdere eenheden [
het hof begrijpt: politie-eenheden] moeten komen en dat hij erbij stond toen er werd geschoten. Uit de 112-melding leidt het hof af dat [getuige 1] een schietpartij meldde, geen ongeluk met een wapen.
Verdachte kwam de woning in, hij had "iets grijs" in zijn hand en hij liep direct op [slachtoffer] af. Verdachte zei daarbij: “
, wat heb je gedaan, jongen? Wat heb je gedaan?”. Vervolgens schoot verdachte van korte afstand twee keren op [slachtoffer] .
Na het tweede schot heeft [getuige 1] de woning verlaten en 112 gebeld.
[getuige 1] heeft niet gezien dat [slachtoffer] op verdachte is afgelopen.
[getuige 1] is bang voor zijn leven omdat hij getuige is geweest van een schietpartij en hij 112 heeft gebeld.
[getuige 1] is vanaf het eerste verhoor gefrustreerd en geïrriteerd omdat hij getuige is en 112 heeft gebeld, maar als verdachte wordt gehoord en in verzekering is gesteld.
Het hof is van oordeel dat de inhoud van de verklaringen van [getuige 1] , zoals die hierboven is samengevat, in al zijn verklaringen terugkomt. [getuige 1] heeft consistent verklaard. De verschillen waar de verdediging op wijst, vindt het hof van ondergeschikt belang of berusten op een andere lezing van deze verklaringen.
De overige bewijsmiddelen
Aanleiding onderzoek
Op dinsdag 5 januari 2021 om 15.37 uur is de volgende 112-melding binnengekomen bij het operationeel centrum Arnhem: “
(…) kom snel snel naar (...) [adres] . (...) Er is geschoten, er is geschoten, er is geschoten (...)”.Kort daarop treffen verbalisanten op de grond in de woonkamer van de woning aan de [adres] in Nijmegen het lichaam van een man aan, welke later wordt geïdentificeerd als [slachtoffer] . Het ter plaatse gekomen personeel van de traumahelikopter liet weten dat de man was overleden.De forensisch arts heeft vastgesteld dat de man op niet-natuurlijke wijze is overleden.
Forensisch onderzoek
Bij onderzoek van het lichaam van [slachtoffer] worden 4 schotletsels aangetroffen, passend bij 2 doorschoten.
Een inschot aan de romp links-voorwaarts (H) met een naar rechts, rugwaarts en hoofdwaarts verlopend schotkanaal, met een uitschot aan de flank
rechts-achterwaarts (I). [slachtoffer] is door deze verwonding overleden.
Een inschot aan het gelaat ter hoogte van de onderkaak links (F) met een naar rechts en rugwaarts verlopend schotkanaal, met een uitschot rechtsachter aan de nek (G). Deze wond zelf had zonder spoedige medische hulp ook dodelijk kunnen zijn. Het bloedverlies door deze wond heeft aan de snelheid van het overlijden bijgedragen.
Beide doorschotverwondingen liepen van de voorkant van het lichaam naar de achterkant van het lichaam. Op de haargrens van het hoofd van [slachtoffer] is een verwonding aangetroffen, veroorzaakt door stompe krachtsinwerking. Deze verwonding heeft geen invloed gehad op het overlijden van [slachtoffer] .Het vuurwapen was op een afstand tussen de 5 en de 50 cm bij de doorschot door de borst en op een afstand tussen de 10 en de 110 cm bij de verwonding aan de kin.
In de woning aan de [adres] in Nijmegen werd het volgende aangetroffen: 3 hulzen van het merk Browning en het kaliber 7.65 mm; 1 kogel; 3 vervormde kogels en 2 delen van kogels. Verder zijn er beschadigingen aan de muur, het plafond en het kozijn van de balkondeur aangetroffen, die passen bij schotbeschadigingen.
Op 8 januari 2021 omstreeks 18.56 uur vond er een ANPR-hit plaats op het kenteken van de auto van verdachte, een grijze Peugeot ( [kenteken] ). Om 19.17 uur werd verdachte aangehouden op een parkeerplaats naast de A32. Verdachte verklaarde dat er in de middenconsole van zijn auto een vuurwapen lag. In de klep van de armsteun werd een vuurwapen aangetroffen.Het aangetroffen wapen betrof een zilverkleurig wapen voorzien van zwarte kolfplaten met op de loop de tekst “
CRVENA ZASTAVA - Cal. 7.65mm Mod. 70” en op de kolfplaat het logo “
CZ” ingeslagen. In het magazijn bevonden zich nog patronen. Het vuurwapen was doorgeladen: bij het naar achter trekken van de slede van het wapen werd een niet verschoten patroon uitgeworpen. Het patroon betrof een 7.65 mm Browning DECO patroon, qua merk en kaliber overeenkomend met de hulzen die in de woonkamer van de [adres] in Nijmegen waren aangetroffen.
De politie heeft fotografisch vastgelegd hoe de diverse pallen stonden toen het vuurwapen in de auto van verdachte werd aangetroffen.In het dossier is te zien dat de veiligheidspal op dat moment naar achteren staat, hetgeen betekent dat hij op 'veilig’ stond. Om te kunnen vuren, moet de veiligheidspal naar voren gericht staan.Het NFI heeft gerapporteerd dat het vuurwapen doorgeladen moest zijn om een kogel te kunnen afvuren en dat er trekkerdruk nodig is om de trekker van het vuurwapen te laten afgaan.
De op de plaats delict aangetroffen hulzen [AANY6711NL, AANY6722NL en AAOL9080NL] en het kogelpatroon [AAOL9011NLJ zijn samen met het vuurwapen [AANU7123NL], de patroonhouder [AANU7125NL] en het kogelpatroon uit de kamer van het vuurwapen [AANU7124NL] onderworpen aan een wapen- en munitie onderzoek. Hieruit volgt dat het als kogelpatroon omschreven stuk van overtuiging [AAOL9011NL] een kogel betreft. Het NFI heeft geconcludeerd dat de bevindingen van het vergelijkend onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn wanneer de hulzen zijn verschoten met het vuurwapen, dan wanneer de hulzen zijn verschoten met een ander vuurwapen. Verder heeft het NFI geconcludeerd dat voor de kogel [AAOL9011NL], die het best past bij het kaliber 7.65 mm Browning, en vuurwapen [AANU7123NL], geldt dat de resultaten van het vergelijkend kogelonderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn wanneer de kogel is afgevuurd uit de loop van het vuurwapen dan wanneer de kogel is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het vuurwapen.
Tijdens het schotrestenonderzoek aan de jas van het slachtoffer [AAOL9037NL] werd een kogel [AAJS9318NL] veiliggesteld.De kogel [AAJS9318NL| is samen met het vuurwapen [AANU7123NL] onderworpen aan een vergelijkend wapen- en munitie onderzoek. Het NFI heeft geconcludeerd dat voor de kogel [AAJS9318NL], die het best past bij het kaliber 7.65 mm Browning, en vuurwapen [AANU7123NL], geldt dat de resultaten van het vergelijkend kogelonderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn wanneer de kogel is afgevuurd uit de loop van het vuurwapen, dan wanneer de kogel is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het vuurwapen.
Op de kogel [AAJS9318NL] is DNA aangetroffen wat overeenkomt met het DNA van [slachtoffer] . De overeenkomst met het DNA-profiel van [slachtoffer] is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van [slachtoffer] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan slachtoffer [slachtoffer] verwante) persoon.
Op de ruwe delen van het pistool, de kolf, de trekbeugel en de trekker is een
DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal twee personen. Hieruit is een DNA-hoofdprofiel afgeleid welke overeenkomt met het DNA-profiel van verdachte (de kans dat het DNA van een willekeurige andere persoon afkomstig is, is kleiner dan één op één miljard).
Het hof stelt vast dat de twee kogels en de hulzen zijn verschoten met het vuurwapen dat bij verdachte is aangetroffen. Voorts stelt het hof vast dat het DNA van slachtoffer is aangetroffen op de kogel [AAJS9318NL] en dat het DNA van verdachte is aangetroffen op het magazijn en op het pistool.
Verklaringen verdachte
Verdachte heeft over de periode vlak voor het incident bij de politie het volgende verklaard. "(...) Uhhm ging van huis weg uhh naar de apotheek toe om mijn medicijnen op te halen, (...). Uhh een tijdje moeten wachten uhh toen was mijn medicatie die ik de dag ervoor 's ochtends had besteld en ‘s middags zou ik die op kunnen halen. Uhh bij de apotheek was niks bekend dus moest ik naar de huisarts toe daar een receptje halen weer terug naar de apotheek omdat ze de medicatie hadden ze niet in huis. Enne dus ben ik dus (...) weer naar de apotheek toe gegaan en toen kwam ik bij de apotheek en toen was weer het recept niet compleet. (...) Toen werd er gezegd dat ik de dag daarna of de dag daarna terug moest komen, dat zijn voor mij hele lastige dingen vanwege het wachten en heel veel problemen dus dan zit je al veel meer hoger in de stress. (...) Ik ben toen naar huis toe gereden, ik kom bij de [adres] en zie daar de auto van [slachtoffer] [
het hof begrijpt: [slachtoffer]] staan. Dus aan het einde van de straat ben ik omgedraaid (...). Ik heb toen aangebeld bij [getuige 6] [
het hof begrijpt: [getuige 6]], die deed de deur voor mij open. (...) [getuige 6] wacht mij op, op de balustrade (...).Ik vroeg is [slachtoffer] bij jou? Nee hij zei die is bij [naam 1] [
het hof begrijpt: [naam 1]] (…).”
Op 23 maart 2021 verklaarde verdachte dat hij in de woning van [naam 1] aan [slachtoffer] vroeg: “Heb je mijn geld of heb je mij ook genaaid?”.
Ter terechtzitting van de rechtbank heeft verdachte verklaard dat hij gestrest was vanwege de apotheek, maar dat hij zich verder normaal voelde toen hij de auto van [slachtoffer] zag staan en bij de flat naar binnen ging.
Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting van de rechtbank -kort weergegeven- verklaard dat hij de flat is binnengegaan om het vuurwapen aan [slachtoffer] terug te geven, dat hij binnen in de woning aan [slachtoffer] vroeg of hij zijn geld had, dat [slachtoffer] zei dat hij nog even moest wachten, dat [slachtoffer] toen met een 'blik' en zwarte ogen op hem af kwam, dat hij daar angstig van werd, dat hij toen met het wapen op het hoofd van [slachtoffer] sloeg, dat het wapen afging, dat zij daar beiden van schrokken en dat vervolgens een worsteling ontstond waarbij het wapen (per ongeluk) is afgegaan. Daarnaast verklaarde verdachte dat hij niets van vuurwapens weet, dat hij niet wist dat er een veiligheidspal op het vuurwapen zat, dat hij na het incident het magazijn uit het wapen heeft gehaald, dat hij er vervolgens 5 nieuwe patronen in heeft gestopt en dat hij het magazijn weer in het pistool heeft gedaan.
Ter terechtzitting van het hof heeft verdachte -kort weergegeven- het volgende verklaard over het vuurwapen.
Het vuurwapen was van [slachtoffer] . [slachtoffer] had verdachte het vuurwapen in onderpand gegeven toen [slachtoffer] in de zomer van 2020 naar Spanje was verhuisd. [slachtoffer] was in oktober of november 2020 weer terug in Nederland. Op 4 januari 2021 wilde [slachtoffer] het wapen bij verdachte thuis niet van verdachte terugnemen. [slachtoffer] had verdachte gevraagd om die avond achter de coffeeshop te wachten en het wapen daar aan [slachtoffer] terug te geven. Dat was uiteindelijk niet gebeurd. Toen verdachte op 5 januari 2021 de auto van [slachtoffer] bij de flat van [naam 1] zag staan, nam verdachte het wapen mee om aan [slachtoffer] terug te kunnen geven. Het wapen lag op dat moment nog in de auto van de avond ervoor.
Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting van het hof -kort weergegeven- het volgende verklaard over de historische verkeersgegevens van 4 januari 2021 en de op 4 januari 2021 door verdachte naar [slachtoffer] gestuurde berichten.
Verdachte heeft op 4 januari 2021 zo vaak telefonisch contact gezocht met [slachtoffer] omdat verdachte zich zorgen om hem maakte. [slachtoffer] gebruikte namelijk veel drugs en wilde ineens het wapen weer terug hebben. Daarnaast had verdachte gehoord dat [slachtoffer] bij een hoop mensen schulden had. Verdachte wilde daarom contact opnemen met de vader van [slachtoffer] om ervoor te zorgen dat [slachtoffer] in een afkickkliniek kon worden opgenomen. Tot slot was verdachte boos op [slachtoffer] omdat [slachtoffer] verdachte op 4 januari 2021 veel risico liet lopen door hem met een wapen bij een coffeeshop te laten wachten.
Conclusies interdisciplinair forensisch onderzoek
Het hof overweegt dat het interdisciplinair forensisch onderzoek (IDFO) - waarin de forensische bevindingen gezamenlijk zijn vergeleken onder het scenario van de verdachte en het scenario van het openbaar ministerie (dat grotendeels op de verklaringen van getuige [getuige 1] is gebaseerd) - geen uitsluitsel heeft gegeven. Het NFI concludeerde op 8 april 2022 dat de gecombineerde onderzoeksbevindingen ongeveer even waarschijnlijk zijn als scenario 1 (OM) waar is, als wanneer scenario 2 (verdachte) waar is.In het door de verdediging ingebrachte rapport Forensica concludeerde rapporteur Dankers op 30 oktober 2023 dat de onderzoeksresultaten waarschijnlijker zijn wanneer scenario 2 (verdachte) waar is dan wanneer scenario 1 (OM) waar is. Volgens de rapporteur leiden de beoordelingen van de schotbeschadigingen ertoe dat de trefhoeken nauwelijks verenigbaar zijn met het scenario van het openbaar ministerie.Naar aanleiding van de inhoud van het rapport Forensica heeft het NFI op 19 december 2023 in opdracht van de raadsheer-commissaris een nieuw rapport uitgebracht. Het NFI concludeerde op 19 december 2023 dat in het rapport van Forensica de beoordeling van de trefhoek op de muur onvolledig is, dat de trefhoek op de deurpost een overschatting is en dat beide hoeken te verenigen zijn met zowel scenario 1 (OM) als scenario 2 (verdachte). Volgens het NFI zijn de twee scenario’s onvoldoende specifiek om op grond van de forensische bevindingen een onderscheid tussen de scenario’s te maken.
Nu het forensisch onderzoek geen uitsluitsel heeft gegeven, zal het hof op grond van de overige bewijsmiddelen in het dossier beoordelen of kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachte raad om het leven heeft gebracht. Daartoe neemt het hof het volgende in aanmerking.
Getuigen flat (m.u.v. [getuige 1] )
[getuige 6] , bewoner van [adres] , heeft op 5 januari 2021 tegen de politie verklaard dat [verdachte] van de wiettaxi [
het hof begrijpt: verdachte] bij hem aan de deur was gekomen en had gevraagd of [slachtoffer] bij hem binnen was. [getuige 6] had gezegd dat [slachtoffer] niet bij hem was, maar waarschijnlijk bij nummer [adres] binnen zat. Hij zag dat verdachte richting nummer [adres] liep op de galerij van de flat. Na ongeveer 1 minuut hoorde hij een hoge stem op de galerij.Hij ging kijken en zag toen iemand voor zijn woning staan die kennelijk de politie aan het bellen was. Daarna zag hij verdachte voorbijlopen. Hij hoorde dat verdachte zei: “Zo, nu is [slachtoffer] dood.”
[getuige 6] heeft daarnaast op 28 januari 2021 verklaard dat verdachte een grauwe kop had, woest. Verdachte draaide om en liep de deur uit zonder wat te zeggen. [getuige 6] keek hem na en zei “dat wordt een potje matten daar of niet?” (...) Verdachte keek woest uit de ogen, hij was agressief in de context van 'ik ga hem iets aandoen'. Vandaar dat [getuige 6] dat ook zei over dat 'potje matten'. Toen verdachte de tweede keer bij [getuige 6] aan de deur kwam, zei hij “zo, [slachtoffer] is alvast dood. Waar is die ander?”. [getuige 6] denkt dat verdachte daarmee op [getuige 1] [
het hof begrijpt: getuige [getuige 1]] doelde, want er was verder niemand.
[getuige 2] heeft op 5 januari 2021 tegen de politie verklaard dat hij in de flat op de bovenverdieping aan het wachten was op getuige [getuige 4] . Hij hoorde dat [getuige 4] een klant naar buiten begeleidde en dat er op dat moment iemand anders naar binnen kwam. Hij hoorde vijf seconden later geschreeuw en schoten. De stem van de man die binnen was gekomen, herkende hij niet. Het was niet de stem van [naam 1] [ [naam 1] ], [getuige 1] [ [getuige 1] ] of [slachtoffer] . Hij hoorde dat deze persoon schreeuwde: “
Je hebt de verkeerde, of woorden van gelijke strekking”.[getuige 2] heeft verder op 7 januari 2021 verklaard dat hij het geschreeuw hoorde toen [getuige 4] net boven aan de trap was. Hij hoorde iemand schreeuwen: “Je hebt de verkeerde genaaid”. Meteen hierna hoorde hij harde knallen, zeker 3 à 4.
Camerabeelden
Op de camerabeelden in de eerste portiek van de flat werd waargenomen dat verdachte om 15.34.05 uur de portiek binnen komt lopen.Op de camerabeelden in de eerste portiek van de flat werd waargenomen dat verdachte om 15.38.22 uur de flat heeft verlaten.Verdachte is gedurende 4 minuten en 17 seconden in de flat geweest.
Op de camerabeelden in de tweede portiek van de flat werd waargenomen dat een man, door verbalisant herkend als [naam 1] , om 15.35.27 uur de flat uit liep en dat diezelfde man om 15:36:07 uur de flat weer wordt binnengelaten door een man die op dat moment het trappenhuis verliet.
112-melding
Uit de belgeschiedenis van de telefoon van [getuige 1] volgt dat hij om 15.35.25 uur het alarmnummer 112 heeft gebeld en dat dit gesprek 6 minuten en 25 seconden heeft geduurd.Uit de uitwerking van de melding leidt het hof af dat [getuige 1] het Operationeel Centrum aan de telefoon heeft gehad totdat de verbalisanten ter plaatse zijn gekomen en dat hij niet eerder terug de woning is ingegaan.
Onderzoek telefoon [slachtoffer]
Uit onderzoek van de telefoon van [slachtoffer] blijkt dat er op 4 januari 2021 in totaal 39 contactmomenten hebben plaatsgevonden tussen het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij verdachte en het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik bij [slachtoffer] . Tot 14.59 uur werden er zowel uitgaande als inkomende contacten geregistreerd. Vanaf 14.59 uur heeft verdachte 31 keer geprobeerd contact te zoeken met [slachtoffer] .Via WhatsApp worden door verdachte de volgende berichten aan [slachtoffer] verstuurd op 4 januari 2021: