Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
€ 64.497,60 bruto. Dit betekent dat de kantonrechter de vordering terzake achterstallig loon dus volledig toewijsbaar heeft geoordeeld, met de kanttekening dat zij het nettobedrag in plaats van het brutobedrag tot uitgangspunt heeft genomen. Ton’s Vastgoed lijkt nu in hoger beroep te betogen dat het bedrag van € 64.497,60 bruto ook het cao-loon omvat waar [appellant] stelt recht op te hebben. Maar [appellant] heeft een berekening overgelegd waaruit het bedrag van € 64.497,60 bruto volgt (productie 22 dagvaarding). Die berekening is gebaseerd op een maandloon van € 2.488,33 bruto. Dat is het loon dat partijen hebben afgesproken, en niet het loon dat volgens [appellant] op basis van de cao geldt. Nog los van het gegeven dat Ton’s Vastgoed geen incidenteel hoger beroep heeft ingesteld tegen dit oordeel van de kantonrechter (dat de vordering terzake achterstallig loon volledig toewijsbaar is), gaat wat zij nu aanvoert dus ook inhoudelijk niet op.