Uitspraak
[appellant] ,
Stenden,
1.De verdere procedure bij het hof
2.De kern van de zaak
3.De feiten
uitsluitendaangemerkt:
tijdigbij de decaan en de studiebegeleider en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in het studieadvies.
Jouw studie wordt beëindigd per 31 augustus 2017. Let op: je studiefinanciering en OV-recht moet je zelf via www.DUO.nl stop zetten. Je bent uitgeschreven als student bij Stenden Hogeschool.(...)"
Naar het oordeel van het College heeft verweerder zich, de examencommissie volgend, op het standpunt mogen stellen dat de beslissing appellant een negatief bindend studieadvies te verstrekken juist is. Dat appellant, ook nadat zijn linkerhand weer functioneel was, studiebelemmeringen ondervond, heeft hij niet aannemelijk gemaakt. Voor het oordeel dat de beslissing van verweerder dient te worden vernietigd, omdat de examencommissie geen onderzoek heeft gedaan naar de medische omstandigheden van appellant, ziet het College geen grond. De aanwezigheid van de persoonlijke omstandigheden zijn bij de beoordeling betrokken. Voor zover appellant stelt dat de omstandigheden wel doorslaggevend zijn geweest voor het niet-behalen van de norm, had het op zijn weg gelegen dat standpunt aannemelijk te maken. Daarbij is van belang dat appellant niet eerder van zijn medische toestand melding heeft gemaakt dan nadat hij het voornemen tot afgifte van een negatief bindend studieadvies had ontvangen. Verweerder heeft zich in dit verband terecht op het standpunt gesteld dat een tijdige melding van belang is voor het vaststellen van de samenhang tussen het niet-behalen van de norm en de persoonlijke omstandigheden. Met een tijdige melding hadden, zoals verweerder terecht stelt, bovendien maatregelen kunnen worden genomen(...)"
4.De beoordeling
de grondslagen van de vordering in hoger beroep
indien de student naar het oordeel van het instellingsbestuur, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die het bestuur daaromtrent heeft vastgesteld. (...)". In artikel 7.8b lid 7 van de WHW is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke persoonlijke omstandigheden, bedoeld in het derde lid, het instellingsbestuur in zijn beoordeling betrekt. In artikel 2.1 lid 1 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 zijn de persoonlijke omstandigheden opgesomd waarmee het instellingsbestuur rekening moet houden bij een negatief bindend studieadvies:
ziekte van betrokkene;
lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van betrokkene;
zwangerschap van betrokkene;
bijzondere familieomstandigheden;