3.17.Het hof heeft behoefte aan deskundige voorlichting over de vraag of, en zo ja welke alternatieven er zijn voor opheffing van de onrechtmatige hinder (voorkomen van wortelopdruk). Het hof gaat er vanuit dat met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan. Deze zal deskundig moeten zijn op het gebied van boomverzorging. Het hof stelt voor de volgende vragen aan de deskundige te stellen:
Is voor het blijvend voorkomen van wortelopdruk verwijdering van de boom nodig? Is daarvoor ook verwijdering van het wortelgestel nodig en, zo ja, tot op welke afstand van de oorspronkelijke stam? Kunt u uw antwoord toelichten?
Indien verwijdering van de boom niet nodig is, kan wortelopdruk ook worden voorkomen met de door [naam1] voorgestelde methode? Deze methode bestaat uit het periodiek verwijderen van de oppervlakkige wortels (met een doorsnede van maximaal 4 centimeter tot een diepte van maximaal 30 centimeter onder het maaiveld) in combinatie met het glooiend bestraten van de brandgang (cyclische kap en herstraten). Kunt u hierbij aangeven welke voor- en nadelen aan deze methode zijn verbonden, mede in verband met de stabiliteit en instandhouding van de boom?
Indien u vraag 2 met ‘nee’ beantwoordt, waarom niet?
Indien u vraag 2 met ‘ja’ beantwoordt, wat is dan de frequentie voor het uitvoeren van de werkzaamheden, dus hoe vaak moeten deze werkzaamheden dan worden uitgevoerd? En kunt u een inschatting geven van de bijbehorende kosten voor de uitvoering van deze werkzaamheden?
Zijn er andere alternatieven om de wortelopdruk te voorkomen? Zo ja, bieden deze alternatieven een blijvende oplossing? Welke voor- en nadelen zijn aan deze alternatieven verbonden, mede in verband met de stabiliteit en instandhouding van de boom?
Geeft het onderzoek u nog aanleiding tot het maken van aanvullende opmerkingen?