Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- het versturen van vertrouwelijke informatie vanaf uw DJI e-mail adres naar uw privé e-mailadres, waaronder procedures, namen en telefoonnummers in relatie tot beveiliging van penitentiaire inrichtingen, het personeelsreglement en een mail met zeer vertrouwelijke TCI-informatie over [naam4] ;
- het niet melden van de nevenwerkzaamheden en het niet naar waarheid verklaren toen u hiernaar bent gevraagd;
- het niet melden van het feit dat u in aanraking bent geweest met justitie;
- het in bezit hebben van wapens zonder vergunning;
- het niet naleven van de beperkingen die aan een gedetineerde worden opgelegd;
- het hebben van ongewenste contacten.
.[appellant] heeft daartoe aangevoerd dat hij in het kader van een functiewaarderingsonderzoek (waarvoor hij het initiatief had genomen) informatie heeft verzameld, zodat de rechtspositie van zijn collega’s en hemzelf in lijn kon worden gebracht met de taken die hem en zijn team werden opgedragen. Daartoe heeft hij een werkstuk gemaakt. Voor dat werkstuk heeft hij vanaf zijn werkmail de e-mail van 8 februari 2021 met bijlagen (waaronder het document ‘Taak BE Vught’) naar zijn persoonlijk e-mailadres (thuis) gestuurd. Dit volgens hem met medeweten en voorafgaande toestemming van zijn leidinggevende de heer [naam6] . Hij had met het doorsturen van het document ‘Taak BE Vught’ geen ander doel dan onderbouwing voor het functiewaarderingsonderzoek, namelijk om aan te tonen hoeveel zwaarder en verantwoordelijker de functie van transportbegeleider bij de LBB in de loop der tijd is geworden en met welke risico’s de werkzaamheden in Vught gepaard gaan. Van kwade opzet is geen enkele sprake. Hij heeft tijdens zijn werkzaamheden geen mogelijkheid tot bureauwerk (hij wordt vrijwel elke dag extern ingezet) en moest het werkstuk in zijn eigen tijd maken. Daarom heeft hij documenten naar zijn privé-emailadres gestuurd, zodat hij thuis aan het onderzoek kon werken. Toen het werkstuk gereed was, heeft hij dit met bijbehorende documenten eerst van zijn privé-email naar zijn werkmailadres gestuurd en vandaaruit naar [naam3] , de HR-adviseur .
Mail vertrouwelijke informatie alleen naar Rijksmedewerkers. Binnen de rijksoverheid kunnen we veilig mailen omdat we de informatie over een beveiligd netwerk sturen. Buiten de rijksoverheid is dat niet het geval. Mail die over het internet verstuurd wordt, is niet beveiligd tenzij je extra maatregelen neemt. Stuur dus geen vertrouwelijke informatie via het internet. Stuur geen mail naar je privé mailadres. Ook deze mail is onderweg niet beveiligd. Bovendien is privéapparatuur in het algemeen niet veilig genoeg. Stuur dus geen mail naar huis, maar maak gebruik van de thuiswerkvoorziening, de zakelijke tablet of de samenwerkruimte.’
in de zin van een melding met namen en meer inhoud (eigen persoonlijk verhaal, wanneer en op welke wijze bij wie gemeld, wat vindt hij dat er mis is, waarom geen vertrouwen dat het binnen de dienst wordt opgepakt, meer mensen die zijn verhaal staven, wie handelen niet integer, intimideren etc.)’
geenernstig verwijtbaar handelen oplevert, zodat hij op grond van artikel 7:673 lid 2 BW recht heeft op de wettelijke transitievergoeding. Het hof ziet gelet op het voorgaande aanleiding die te berekenen tot de datum van het ontslag op staande voet (22 juni 2023).
ernstigverwijtbaar handelen op. Het verwijt dat [appellant] de aan een gedetineerde opgelegde beperkingen niet heeft nageleefd, is niet komen vast te staan nu [appellant] onweersproken heeft gesteld dat er op dat moment geen beperkingenformulier aanwezig was.
incidenteel beroepde beslissing van de kantonrechter tot betaling van loon c.a. en de afwijzing van de gefixeerde schadevergoeding zal worden vernietigd en [appellant] die bedragen alsnog moet (terug)betalen. Omdat [appellant] in het incidenteel beroep in het ongelijk is gesteld moet hij de proceskosten van de Staat in beide instanties betalen, zoals hierna vermeld.
principaal hoger beroepzal worden verworpen. Het hof ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren omdat [appellant] niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en zijn subsidiaire verzoek over de transitievergoeding alsnog zal worden toegewezen.