Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep,
- de memorie van grieven tevens houdende incident tot schorsing tenuitvoerlegging althans tot zekerheidsstelling,
- de memorie van antwoord in het incident,
- arrest in het incident van 9 januari 2024,
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep en tevens wijziging van eis,
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep,
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 11 juli 2024 is gehouden (gelijktijdig met de zaak met nummer 200.311.927 [naam1] vs [geïntimeerde] ).
2.De kern van de zaak
3.Feiten
) naast zich neer te leggen en zonder verder nader onderzoek te laten doen naar – de achteraf gebleken juiste – stelling van [geïntimeerde] kan [naam1] (in ieder geval) persoonlijk grove schuld worden verweten en komt hem daarom geen beroep op artikel 5:54 BW toe. (…) Kortom, óf [naam1] had moeten stoppen met de bouw in afwachting van verdere duidelijkheid óf had er zelf voor kunnen kiezen dadelijk het fundament aan te passen aan de juiste eigendomsverhoudingen. Door dat niet te doen is toepassing van artikel 5:54 lid 1 BW uitgesloten.”